maandag 3 november 2014

Gooi een stuk vlees naar een krokodil en ze wil meer (2 Kon. 16)


2 Koningen 16; Titus 2; Hosea 9; Psalmen 126-128

Hoewel de boeken 1 en 2 Koningen de lotgevallen van zowel Juda als Israël volgen (respectievelijk het zuidelijke en het noordelijke koninkrijk, na de scheuring die volgde op Salomo’s dood), ligt de nadruk toch meer op Israël, de noordelijke tien stammen.

Er wordt meer ruimte gewijd aan Israëls koningen dan aan die van Juda. Uiteindelijk stort natuurlijk het noordelijke koninkrijk in (zie de overdenking van morgen), en dan gaat alle aandacht naar het zuiden. In vergelijking daarmee verhalen 1 en 2 Kronieken min of meer dezelfde geschiedenis, maar richten zij de spots in de eerste plaats op het zuidelijke koninkrijk Juda.

Zelfs in 2 Koningen echter gaat soms heel wat aandacht naar een van de koningen van Juda. Zo ook in 2 Koningen 16. In het algemeen ontspoorden de noordelijke koningen sneller dan die in het zuiden. In het zuiden wordt van veel koningen geschreven dat ze de Heer volgden, maar niet zoals David gedaan had; in het noorden wordt van velen geschreven dat ze wandelen in het voetspoor van Jerobeam, de zoon van Nebat, die Israël had doen zondigen. Maar af en toe staat een werkelijk zondige of dwaze koning op in het zuiden. Achaz is er zo een van.

Religieus en theologisch was Achaz een ramp. ‘Hij deed niet wat recht is in de ogen van de HERE, zijn God, zoals zijn vader David, maar hij wandelde in de weg der koningen van Israël. Ook deed hij zijn zoon door het vuur gaan in overeenstemming met de gruwelen der volken, die de HERE voor de Israëlieten had verdreven’ (16:2-3).

Politiek deed hij het al niet beter. Opgejaagd door Israël en Syrië [Aram in de NBG-vertaling] aan noordelijke zijde, besliste koning Achaz van Juda om de tempel van zijn rijkdom te ontdoen en die naar koning Tiglatpileser van Assur te zenden.

Assur was de opkomende supermacht. Hem geld sturen als een soort van eerbetoon, met een verzoek druk uit te oefenen op Syrië en Israël zodat de druk op Juda zou verlichten, was een beetje als een brok vlees naar een krokodil gooien: je mocht er zeker van zijn dat die krokodil meer zou willen.

Erger nog, koning Achaz raakte zodanig gecharmeerd door Assur dat hij een aantal van haar heidense gebruiken in de tempeldienst introduceerde. Angst neigde Achaz tot een heidense macht, en onderdanigheid aan de koning van Assur (16:18) bracht nieuwe compromissen met zich mee.

Vergelijk dat met Hizkia, twee hoofdstukken verder, die onder een veel ernstiger dreiging van Assur stond, in grote mate veroorzaakt door de dwaasheid en trouweloosheid van Achaz, maar die geen compromis duldt en ijverig het aangezicht van God zoekt.

Daar ontdekt Hizkia, in lijn met de ervaring van Mozes en de vaderen van Israël, dat God bekwaam is zijn volk te beschermen tegen weinigen of velen – voor Hem maakt het allemaal geen verschil.


Eigen vertaling van de overdenking bij 3 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten