woensdag 5 november 2014

Pleidooi voor Onesimus, de weggelopen slaaf (Fm)


2 Koningen 18; Filemon; Hosea 11; Psalmen 132-134

In de eerste eeuw kon een weggelopen slaaf legaal worden geëxecuteerd. Een meester kon kiezen die straf niet op te leggen, maar op zijn minst zou de weggelopen slaaf die werd gesnapt een gewelddadige behandeling ondergaan.

Onesimus is een slaaf die was weggelopen van Filemon. Ergens onderweg was Onesimus tot bekering gekomen. Of hij nu Paulus had opgezocht voor of na zijn bekering, in ieder geval is Onesimus nu bij Paulus, waarschijnlijk in Rome. De apostel zit in de gevangenis in afwachting van zijn proces. Onesimus, nu een gelovige, doet dagelijkse boodschappen voor hem en helpt hem op andere manieren.

Maar Paulus weet dat het zo niet verder kan. De apostel zou zelf beschuldigd kunnen worden van hulp en steun aan een vluchteling. Legaal en zelfs moreel gezien moet Onesimus terug naar Filemon en dingen vereffenen. Maar waar is de moraliteit in de Romeinse slavernij zelf? Dus schrijft Paulus aan Filemon en Apfia, in de wetenschap dat ze christen zijn, waarschijnlijk bemiddeld, met een huis dat groot genoeg is om de gemeente in hun woonplaats te huisvesten.

Deze brief is een meesterwerk van stevige, godvruchtige diplomatie.

Paulus prijst Filemon voor zijn liefde en troost (vers 7). Hij vermeldt dat hij hem eenvoudig zou kunnen bevelen wat hij zou moeten doen (vers 8), maar hij verkiest op hem een beroep te doen als ‘Paulus, een oud man (…), thans bovendien een gevangene van Christus Jezus’ (vers 9) zodat Filemon zou handelen uit liefde.

Pas dan vermeldt hij Onesimus, en geeft hij aan waaruit de oproep bestaat. Paulus wil dat Filemon Onesimus terug aanneemt, die door Paulus beschreven wordt als zijn ‘kind’ [HSV: ‘zoon’], nu iemand ‘van veel nut’ of ‘bruikbaar’ (wat ook de betekenis is van de naam Onesimus), en zo geliefd door de apostel dat Paulus hem ‘mijn hart’ noemt (vv.10-12).

Paulus ware blij geweest hem te kunnen houden, maar wil niets doen zonder de ‘voorkennis’ [NBG] of het ‘goedvinden’ [HSV] van Filemon (vers 14). Natuurlijk was Onesimus weggelopen, maar afgezien van hoe afkeurenswaardig dergelijke daad was, is hij in het grotere verhaal bekeken ‘misschien wel daarom een tijdlang weg geweest (of ‘van u gescheiden geweest’, een handig passief), opdat gij hem voorgoed zoudt terughebben, nu niet meer als slaaf, maar als meer dan slaaf, als een geliefde broeder’ (vv. 15-16). Natuurlijk zal hij Filemon daarom dierbaar zijn, zowel als mens ‘als in de Here’ (vers 16).

Dus moet Filemon Onesimus terug verwelkomen zoals hij de apostel zelf zou verwelkomen (vers 17), die hoopt spoedig op bezoek te kunnen gaan om zaken op te volgen (vers 22). Blijkbaar had Onesimus Filemon bestolen toen hij er vertrok: Paulus zegt dat hij hem graag volledig zal vergoeden – hoewel Paulus Filemon vriendelijk herinnert aan de allerhoogste schuld die hij heeft tegenover de man die hem het evangelie bracht.

Niets kan genadeloze relaties sneller vernietigen dan het evangelie wanneer het correct wordt toegepast.


Eigen vertaling van de overdenking bij 5 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten