zondag 23 november 2014

Oefent ook gij geduld … want de komst des Heren is nabij (Jak. 5)


1 Kronieken 18; Jakobus 5; Jona 2; Lukas 7

Het is één ding om op de komst van de Heer te wachten, het is iets anders om op een goede manier te wachten. We kunnen eerlijk en rustig wachten op de komst des Heren, terwijl we niet alleen erkennen dat de Tweede Komst een noodzakelijk onderdeel is van onze geloofsbelijdenis, maar zelfs tot op zekere hoogte uitzien naar de Parousia [de glorieuze verschijning, JL] en hopen dat die tijdens ons leven zal plaatsvinden – om dan te ontdekken, als we er langer over nadenken, dat de manier waarop we leven maar heel weinig veranderd is door dit vooruitzicht.

In feite kan dit wachten op de wederkomst van de Heer niets meer zijn dan een stokpaardje in onze lectuur of in ons onderwijs, een netjes afgewerkte kaart van de toekomst die ons onderscheidt van andere gelovigen, eerder dan een vast punt in ons wereldbeeld dat resoluut ingrijpt op ons gedrag.

Natuurlijk is er een element in het wachten op de wederkomst van de Heer dat gewoon maar dat is – wachten. Zoals ‘de landman wacht op de kostelijke vrucht des lands’ (Jakobus 5:7), zo moeten ook wij ‘geduld hebben’ en ‘ons hart sterken’ (5:8).

Maar zoals alle vergelijkingen is ook deze niet volmaakt (dat is ook de bedoeling niet), en Jakobus laat ze ook snel achter zich. Uiteindelijk wacht de landman geduldig omdat hij min of meer weet wanneer de oogst er komt; wij weten niet wanneer Jezus’ wederkomst zal plaatsvinden.

Er zijn nog andere verschillen. De landman wacht op vruchten; wij wachten op de Rechter die ‘voor de deur staat’ (5:9). Dit betekent dat hetgeen waar we op wachten een onmiddellijke weerslag heeft op hoe we leven: ‘zucht niet tegen elkander, opdat gij niet onder het oordeel valt’ (5:9) van nu net die Rechter zelf.

Bovendien wordt het wachten van de landbouwers op de oogst, hoewel ze misschien wel hard moeten werken terwijl ze wachten, in het normale verloop van de dingen, toch niet gekenmerkt door lijden en vervolging.

Christenen die wachten op het Einde krijgen met beide ervan te maken, zo benadrukt Jakobus – en met dit in gedachten, zou je ons wachten beter kunnen vergelijken met het geduld van de profeten (5:10) dan met de kalmte van de landman.

Zij ‘spraken in de naam des Heren’ en werden er meer wel dan niet voor verguisd. Dit lijden kon hun trouwe verkondiging niet tegenhouden. Maar wij moeten de voorbeelden waar we naar zoeken niet beperken tot de profeten. Denk maar aan Job, een rechtvaardig man, die te maken kreeg met catastrofale tegenslagen en niettemin volhardde – en u ‘hebt uit het einde, dat de Here deed volgen, gezien, dat de Here rijk is aan barmhartigheid en ontferming’ (5:11).

Dit perspectief is belangrijk: uiteindelijk overwint niet alleen Gods gerechtigheid maar ook zijn barmhartigheid en ontferming. De focus op Jezus’ wederkomst en op het Einde vormt niet alleen ons huidige leven, maar zal ook volmaakte rechtvaardiging met zich brengen in de eindeloze goedheid van de eindvervulling.


Eigen vertaling van de overdenking bij 23 november uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

1 opmerking: