2 Koningen 16; Titus 2; Hosea 9; Psalm 126-128
‘Gekomen zijn de dagen der bezoeking, gekomen de dagen der vergelding. Israël zal het ervaren’ (9:7). Dit hoofdstuk (Hosea 9) verduidelijkt een aantal van de verbanden tussen zonde en oordeel.
(1) De taal van hoererij wordt verdergezet: ‘want gij zijt overspelig van uw God afgeweken, gij hebt het loon der ontucht liefgehad op alle dorsvloeren van het koren’ (9:1). Zowel politiek als religieus flirtte Israël voortdurend met vreemde goden en vreemde machten. Het hield ontzettend van alle ceremoniële godsdienstigheid. Maar de dagen komen dat het zal verstrooid worden, gedwongen om ‘het land des HEREN’ te verlaten (9:3, 17).
Israël zal naar ‘Egypte’ terugkeren (9:3); sommige Israëlieten belandden daar inderdaad, maar Egypte is ook een cryptische omschrijving voor elk vreemd, onderdrukkend land. Efraïm (= Israël) zal onrein voedsel, ‘het onreine eten’ in Assur (9:3). Hier wordt niet alleen de ceremoniële onreinheid bedoeld, maar ook het vooruitzicht van een gedwongen ballingschap. Alle offerandes voor haar zo geliefde feesten en hoogtijden zullen opdrogen (9:5); de straffen zijn verbonden met de zonden.
(2) Systematische verwerping van de profeten betekent dat de mensen Gods waarschuwingen niet kunnen horen – en zo verzekert hun cynisme dat ze in de oordelen struikelen waarvoor de profeten waarschuwen. ‘Jullie zeggen: ‘Die profeet is gek! Die ziener heeft zijn verstand verloren!’ Ja, dankzij al jullie zonden en vijandigheid. De profeet die in dienst van God waakt over Efraïm, vindt op al zijn wegen hinderlagen en stuit tot in het huis van zijn God op vijandigheid’ (9:7-8, NBV). Hoe toepasselijk is dit vandaag?
(3) De geschiedenis van Israël gaat van werkelijk prachtige banden met de levende God – vanuit Gods gezichtspunt was het als vond Hij ‘druiven in de woestijn’ (9:10) – tot verschrikkelijke vernedering. Het incident met Baäl-Peor (9:10; vgl. Num. 25) is typisch, want het combineert zowel fysieke als geestelijke verontreiniging: de Moabitische vrouwen verleidden de mannen van Israël, en de plaatselijke Moabitische Baäl trok hun aanbidding aan.
Onze cultuur volgt seks al even gretig en soms verbindt ze dit met de zelfvervulling van new age spiritualiteit. Het resultaat voor ons zal hetzelfde zijn als bij Baäl-Peor: het volk werd al ‘even gruwelijk als het voorwerp van hun liefde’ (9:10). Wat je aanbidt, daar ga je al gauw op lijken (Ps. 115:8); meer nog, je identificeert je ermee, verdedigt het, maakt er gemene zaak mee – en als het een gruwel is voor God, dan word je gauw een gruwel voor Hem.
Zo gaat de ‘heerlijkheid’ weg (9:11), of het nu in de betekenis is van reputatie of zelfrespect, of moreel leiderschap, of, uiteindelijk, de tegenwoordigheid van God zelf (Ez. 8:6; 11:23).
Een koning of president verdedigen omwille van zijn economische beleid wanneer de morele kern verdwenen is, betekent dat we al even gemeen zijn geworden als de dingen waar we van houden.
Eigen vertaling van de overdenking bij 3 november uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten