1 Kronieken 26-27; 2 Petrus 1; Micha 4; Lukas 13Micha gaat diverse malen over van een lang gedeelte met aanklacht en waarschuwing, naar een relatief kort en positief gezicht van de toekomst. Micha 4 bevat één dergelijk gezicht (4:1-5), onmiddellijk gevolgd door een beschrijving van hoe de dochter Sions van hier naar daar geraakt (4:6-13): ze gaat door ernstige beproeving en tuchtiging, en verschijnt aan de andere kant in het licht van Gods zegen.
De openingsverzen schilderen een tijd waarin ‘de berg van het huis des HEREN [zal] vaststaan als de hoogste der bergen, en hij zal verheven zijn boven de heuvelen. En volkeren zullen derwaarts heenstromen’ (4:1).
Veel bergen in het oude nabije Oosten waren sites voor de aanbidding van een of andere god. Stellen dat ‘de berg van het huis des Heren’ – d.i. Sion – zal vaststaan als ‘hoogste’ van deze bergen, en ‘zal verheven zijn’ boven de anderen, staat gelijk met zeggen dat de God van Israël nu alle andere goden overschaduwt.
Het gevolg is dat niet alleen Israël terug samenstroomt naar de site, maar dat ‘volkeren’ dit ook doen. ‘Vele natiën’ moedigen elkaar aan en zeggen: ‘Komt, laten wij opgaan naar de berg des HEREN, naar het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij zijn paden bewandelen’ (4:2).
Dan slingert de beweging van het visioen van het centripetale naar het centrifugale. ‘Want uit Sion zal de wet uitgaan en des HEREN woord uit Jeruzalem’ (4:2b). Het resultaat is dat gerechtigheid onder vele volkeren zegeviert en dat oorlog verdwijnt, overspoeld door vrede nu volkeren getransformeerd door het woord van God ‘hun zwaarden tot ploegscharen omsmeden en hun speren tot snoeimessen’ (4:3).
Het gezicht eindigt met het enige dat de vervulling ervan kan verzekeren: ‘de mond van de HERE der heerscharen heeft het gesproken’ (4:4).
Dus nu, in zijn eigen tijd, vermaant Micha oprechte gelovigen zich niet te laten verleiden door andere goden, die onmogelijk deze transformatie kunnen bewerken.
Dit is de tijd om trouw te zijn aan de enige ware God van het verbond. ‘Want alle volkeren wandelen elk in de naam van zijn god, maar wij zullen wandelen in de naam van de HERE, onze God, voor altoos en immer’ (4:5).
Het symbolisch zeer geladen gezicht wordt in de bewoordingen van Micha’s tijd gegoten: de oorlogswapenen, bijvoorbeeld, worden ploegscharen en snoeimessen, geen tractoren en maaidorsers. Hoewel verwoord in termen van de suprematie van de berg Sion, wordt geen melding gemaakt van Israëlitische hegemonie over de natiën, noch van de Messias of het offer dat Hij zou brengen.
Zelfs de geografie van het gezicht ziet er iets anders uit vanuit het perspectief van Joh. 4:21-24. Maar in het licht van het evangelie is de triomf van het nieuwe Jeruzalem, die een einde doet komen aan dood en oorlog en alle zonde (Opb. 21:1-4), hetgeen waar alle christenen voor bidden, de vervulling van Micha’s gezicht.
Eigen vertaling van de overdenking bij 29 november uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten