Exodus 21; Lukas 24; Job 39; 2 Korinthiërs 9De overdenking voor 20 september in volume 1 werkte zich een weg doorheen 2 Korinthiërs 9. Niettemin wil ik op die passage terugkomen. Op de vermaning die Paulus zorgvuldig formuleerde tegenover de christenen in Korinthe – om het geld voor hem klaar te hebben dat ze beloofden te sturen aan de armen in Jeruzalem (hoofdstukken 8 en 9) – hoeven we niet meer terug te komen.
Voor de overdenking van vandaag zal ik focussen op hoe Paulus’ vermaning over geven en geld verbonden is met het evangelie.
In hoofdstuk 8 roept Paulus het voorbeeld op van Christus die zichzelf geeft: ‘Gij kent immers de genade van onze Here Jezus [Christus], dat Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij door zijn armoede rijk zoudt worden’ (8:9).
Hier in hoofdstuk 9 zegt Paulus dat, als de Korinthiërs hun beloofde gift voltooid hebben, mensen God zullen prijzen ‘om uw gehoorzaam belijden van het evangelie van Christus en om uw onbekrompen delen met hen en met allen’(9:13, cursief toegevoegd).
In elk geval laat Paulus christenen nooit vergeten dat al ons geven slechts een zwakke afspiegeling is van Gods ‘onuitsprekelijke gave’ (9:15), die natuurlijk de kern vormt van het evangelie.
Zo veel van de christelijke basisethiek is op een of andere manier verbonden met het evangelie. Wanneer echtgenoten instructie nodig hebben over hoe ze hun vrouwen moeten behandelen, introduceert Paulus niet een speciale huwelijkstherapie of doet hij ook geen beroep op een of andere mystieke ervaring.
Hij grondt daarentegen gedrag in het evangelie: ‘Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft’ (Ef. 5:25). Als je volwassenheid nastreeft, kijk dan uit voor een of andere ‘dieper leven’-aanpak die het evangelie aan de kant schuift, want Paulus schrijft: ‘Nu gij Christus Jezus, de Here, aanvaard hebt, wandelt in Hem, geworteld en dan opgebouwd wordend in Hem, bevestigd wordend in het geloof, zoals u geleerd is, overvloeiende in dankzegging’ (Kol. 2:6-7).
Natuurlijk is er ‘dieper leven’ in de zin dat christenen worden vermaand om door te zetten naar grotere gelijkvormigheid aan Christus Jezus en niet tevreden mogen zijn met hun huidige niveau van gehoorzaamheid (bijv. Fp. 3). Maar je kunt niets van dit alles beschouwen als een oproep tot iets wat het evangelie achter zich laat of iets aan het evangelie toevoegt.
We moeten de visie vermijden dat, terwijl het evangelie een soort van ontsnappingsticket biedt uit oordeel en hel, alle ware levensveranderende kracht van iets anders komt – een esoterische leerstelling, een mystieke ervaring, een therapeutische techniek, een discipelschapscursus. Dit is een te beperkende visie op het evangelie. Erger nog, het eindigt ermee dat je het evangelie relativeert en marginaliseert, en het van zijn kracht ontrooft, terwijl je de aandacht van mensen wegtrekt van het evangelie en verlegt naar iets dat minder nuttig is.
Eigen vertaling van de overdenking bij 10 maart uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten