donderdag 21 juni 2012

‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft’ (Ps. 118)



Deuteronomium 26, Psalmen 117-118, Jesaja 53, Mattheüs 1

Toen ik een kleine jongen was, werd in ons huis een plaat gegraveerd met de woorden ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen’. In het Engels kwam er in de latere vertalingen van Psalm 118:24 alleen een wijziging in de werkwoordsvorm, van oud-Engels naar nieuw-Engels (in het Nederlands veranderde er ook in de nieuwere vertalingen heel weinig).

Mijn vader paste die tekst vriendelijk toe voor zijn kinderen wanneer we mopperden of klaagden over kleine dingen. Was het weer te heet en plakkerig? ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen’. Kletterde de regen uit de hemel neer, zodat we niet konden buiten spelen? ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen’. Wat een vervelende dag (of plaats, of vakantie, of bezoek aan kennissen)! ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen’. Soms werden de woorden herhaald met duidelijke nadruk: ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen’.

Het was niet dat papa niet openstond voor ernstige klachten; het is niet dat de Schrift ook niet andere dingen te zeggen heeft. Maar elke generatie christenen moet leren dat klagen een belediging is tegenover Gods soevereiniteit en goedheid.

Maar de tekst moet eerst in zijn verband gelezen worden. Eerder drukt de psalmist zijn toewijding uit om op God te vertrouwen en niet maar louter op menselijke hulp (118:7-9), zelfs wanneer hij omsingeld wordt door vijanden (118:11). Nu onthult hij ook dat ‘de bouwlieden’ zich onder zijn vijanden bevinden (118:22) – mensen met macht binnen Israël. Deze bouwlieden waren best in staat om bepaalde ‘stenen’ te verwerpen terwijl ze hun muren bouwden – en in dit geval werd precies de steen die de bouwlieden verwierpen tot de hoeksteen. In eerste instantie is deze steen, deze hoeksteen, bijna zeker een verwijzing naar een Davidische koning, mogelijk naar David zelf. De mannen met macht verwierpen hem, maar hij werd de hoeksteen.

Bovendien werd dit resultaat niet bereikt door briljante machinaties of pientere manipulatie. Verre van: ‘van de HERE is dit geschied, het is wonderlijk in onze ogen’ (118:23) . In zijn tijd beschrijft Jesaja mensen die van de leugen hun schuilplaats maken, terwijl ze Gods hoeksteen verwerpen (Jes. 28:15-16).

Het ultieme voorbeeld van dit patroon wordt gevonden in Jezus Christus, verworpen door zijn eigen schepselen, maar uitverkoren door God, de ultieme bouwsteen, en kostbaar (Matt. 21:42; Rom. 9:32-33; Ef. 2:20; 1 Petr. 2:6-8) – een ‘steen’ die in zijn echte waarde vertoond wordt door zijn opstanding uit de dood (Hand. 4:10-11). Of het nu in Davids dagen is of in de uiteindelijke vervulling, deze schitterende triomf van God wekt onze lofprijzing op: dit is de dag die de HERE gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen (Ps. 118:24).


Eigen vertaling van de overdenking bij 21 juni uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten