dinsdag 12 juni 2012

De koning die de HERE, uw God, verkiezen zal (Deut. 17)


Deuteronomium 17, Psalm 104, Jesaja 44, Openbaring 14

Mozes voorziet een tijd waarin het volk Israël een koning zal kiezen (Deut. 17:14-20). Hij kon niet weten dat eeuwen later, wanneer de Israëlieten voor het eerst om een koning zouden vragen, ze dit zouden doen met alle verkeerde motieven – in de eerste plaats omdat ze wilden zijn als de heidense volkeren rond hen. Het resultaat was Saul. Maar dat is een ander verhaal.

Als het volk een koning moet hebben, welke soort koning zou dit dan moeten zijn?

(1) Hij moet de eigen keuze zijn van de Here (17:15).

(2) Hij moet een Israëliet zijn, gekozen ‘uit het midden van uw broeders’ (17:15), geen buitenlander.

(3) Hij zal voor zichzelf geen grote aantallen paarden verwerven, d.w.z. grote persoonlijke rijkdom verwerven en militaire macht, en zeker niet als dit een of ander militair bondgenootschap inhoudt met een grootmacht als Egypte (17:16).

(4) Hij mag zich niet vele vrouwen nemen (17:17). Het ging niet simpelweg over polygamie. In het oude Midden-Oosten was het zo dat hoe machtiger de koning, hoe meer vrouwen hij had. Dit verbod is daarom tegelijk een beperking op de macht van de koning en een waarschuwing dat veel vrouwen waarschijnlijk zijn hart zouden doen afwijken (17:17). Dit is niet omdat vrouwen op zich slecht zijn; veeleer is een koning die op veel vrouwen jaagt geneigd om prinsessen en edelvrouwen te huwen uit omliggende landen, en zij brengen hun heidendom mee. Binnen dit kader zal het hart van de koning afwijken. Dit is precies wat er gebeurde met Salomo.

(5) Bij troonsbestijging is het eerste dat een koning moet doen, voor zichzelf in het Hebreeuws een afschrift van ‘deze wet’ laten maken – ofwel van het boek Deuteronomium ofwel van de volledige Pentateuch. Dan moet hij er elke dag in lezen gedurende heel zijn leven (17:18-20). De vele doelstellingen van deze taak zijn duidelijk: dat hij de HERE, zijn God, zou vrezen, al zijn woorden nauwgezet zou volgen en dat hij zich daarom niet beter zou achten dan zijn volksgenoten en niet zou afwijken van de wet. Het resultaat zal een langdurige dynastie zijn.

Het is niet moeilijk om je voor te stellen hoe radicaal anders de volledige geschiedenis van Israël ware geweest indien deze vijf criteria nagevolgd waren door elke koning die op de troon van David terechtkwam. Het zou bijna anderhalf millennium duren eer er in Israël een koning zou opstaan die de uitgekozen dienstknecht van de Here zou zijn, iemand ‘in alle opzichten aan zijn broeders gelijk’ (Hebr. 2:17), een gewone handarbeider zonder rijkdom of macht, een man die niet verleid werd door schoonheid of macht of heidendom (ondanks de meest boosaardige aanvallen van de duivel), een man die doortrokken was van de Schrift van zijn jeugd af en die nauwgezet al de woorden van God volgde. Hoezeer hebben we die koning nodig!


Eigen vertaling van de overdenking bij 12 juni uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten