donderdag 2 april 2015

Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen (Kol. 3)


Leviticus 5; Psalmen 3-4; Spreuken 20; Kolossenzen 3

De contrasten in Kolossenzen 3 zijn zodanig sterk dat ze je blijven achtervolgen. Aan de ene kant zijn de zonden in 3:5-9 smerig: seksuele immoraliteit, onreinheid, hartstocht, boze begeerten, hebzucht, woede en drift, vloeken en schelden, vuile taal, liegen.

Hebzucht wordt bestempeld als ‘afgoderij’ (3:5). Je begrijpt waarom. In de praktijk aanbid je wat je het meest begeert. Als hebzucht aan de grondslag ligt van onze diepste verlangens, dan is hebberigheid onze god geworden en zijn wij afgodendienaars.

Aan de andere kant werden de deugden die kort uiteengezet worden in 3:12-17 altijd al geassocieerd met een zuiver christelijk karakter. Hier wil ik focussen op de laatste twee verzen: ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!’ (3:16-17).

(1) Het ‘woord van Christus’ is niet noodzakelijk de Schrift. Het is het evangelie – maar de voornaamste toegang die we tot dat evangelie hebben is de Schrift. De uitdrukking ‘woord van Christus’ is voldoende flexibel dat het zowel het woord kan betekenen dat Christus leerde, of het woord over Christus.

In de mate dat het evangelie zelf zowel verkondigd werd door Jezus Christus, en zo belichaamd werd in zijn persoon en bediening dat het ook is wat de apostelen over Hem zeggen, slaat ‘het woord van Christus’ op beide betekenissen.

(2) Dit is hetgeen rijkelijk in ons moet wonen. Het moet onze herinneringen vullen, onze horizonten innemen, onze prioriteit vormen. We moeten er zodanig over nadenken, dat als we er in gedachten over gaan en leren hoe we het toepassen op elk gebied in ons leven, dat, ver van een kleine religieuze hoek van onze ervaring in te nemen, het rijkelijk in ons zal wonen.

(3) Dit moet niet alleen gebeuren in de beslotenheid van onze binnenkamer en gedachten, maar ook in onze wederzijdse lering en terechtwijzing. Welk onderwijs ook plaatsvindt in de plaatselijke gemeente, het moet vol zijn van het evangelie en zijn rijke, levensveranderende implicaties en toepassingen.

(4) Tegenover al wat smerig is en afgodisch, moeten christenen gekenmerkt worden door dankbaarheid. We zijn geroepen tot vrede, zegt de apostel. ‘en weest dankbaar’ (3:15). Het zingen van psalmen en lofzangen en geestelijke liederen moet gebeuren terwijl je ‘Gode dank brengt in uw harten’ (3:16).

Meer nog, besluit de apostel, ‘al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!’ (3:17, cursief toegevoegd).


Eigen vertaling van de overdenking bij 2 april uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten