maandag 13 april 2015

Een vrouw die de HERE vreest, die is te prijzen (Spr. 31)


Leviticus 17; Psalmen 20—21; Spreuken 31; 1 Timoteüs 2

Spreuken 31 focust op twee verschillende manieren op vrouwen.

In het eerste deel (31:1-9) biedt de tekst ons de ‘Woorden van Lemuël’ (over wie we heel weinig weten) – maar hoewel deze woorden ‘van Lemuël’ komen, in die zin dat hij ze autoriseerde of ze bekend maakte, worden ze anderzijds beschreven als de lessen ‘waarmee zijn moeder hem vermaande’ (31:1).

Deze woorden behandelen drie onderwerpen.

(a) Lemuëls moeder moedigt haar zoon ten zeerste aan overspel te vermijden. Hij moet zijn kracht niet verspillen aan ‘haar die koningen verderven’ – en presidenten ook, overigens.
Bovenop de gewone begeerten van het vlees, hebben degenen die macht bezitten ongetwijfeld bijkomende mogelijkheden om die begeerten te bevredigen, samen met bijkomende verantwoordelijkheden. Dus moet al vroeg in het leven het juiste voornemen gemaakt worden als een principiële kwestie.

(b) Ze zegt Lemuël dat hij intoxicatie moet vermijden.
In een tijd waarin morfine nog niet bestond, waren bier en wijn goed om hen te helpen die stervende waren of diep bedroefd (31:6), maar de geboden ‘hulp’ is van een soort die je jezelf doet vergeten en zelfs het bewustzijn doet verliezen.

Machthebbers hebben niet het recht om voor dergelijk escapisme te kiezen, want ze zijn verantwoordelijk voor het naleven van de wet en het ondersteunen van de verdrukten (31:4-5).

(c) Dit brengt de koningin-moeder bij haar laatste thema: koning Lemuël moet spreken ‘ten bate van de stomme, ten behoeve van het recht van allen die wegkwijnen’ (31:8). Gezagsdragers zouden hun ambt niet mogen gebruiken om zichzelf te verrijken en afstand te scheppen tot gewone mensen, maar wel om rechtvaardig te besturen en in het bijzonder om de meest hulpbehoevenden en de armsten van de maatschappij te helpen.

Het tweede deel van hoofdstuk 31 (vv. 10-31) is heel bekend en beschrijft ‘een degelijke huisvrouw’ (HSV: ‘een deugdelijke vrouw’). (We zouden gemakkelijk kunnen aantonen dat het boek Spreuken ook behoorlijk wat te zeggen heeft over de degelijke echtgenoot, maar de relevante spreuken zijn niet samengebundeld op één plaats zoals hier). Deze deugdelijke vrouw is iemand op wie het hart van haar man vertrouwt (31:11) en die voortdurend het goede zoekt voor hem (31:12).

Ze is zodanig ijverig dat ze bijdraagt aan het gezinsinkomen en nog meer dan voldoende overhoudt om de armen en noodruftigen te helpen (31:13-22). Ze plant op de lange termijn, spreekt met wijsheid en runt het huishouden goed.

Uiteindelijk is ze zowel de lof van haar kinderen als van haar echtgenoot. Maar bovenal, en boven de cultuurspecifieke beschrijvingen (bijv. ze werkt met wol en vlas, en als landbouwersvrouw zint ze op een veld en koopt het), vreest ze de Heer, wat het begin van wijsheid en kennis is. ‘Bedrieglijk is de bevalligheid en ijdel de schoonheid, maar een vrouw die de HERE vreest, die is te prijzen’ (31:30).


Eigen vertaling van de overdenking bij 13 april uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

1 opmerking: