zaterdag 14 april 2012

'Verontreinigt u niet door dit alles' (Lev. 18)


Leviticus 18, Psalm 22, Prediker 1, 1 Timotheüs 3

Het begin van de zogenaamde ‘heiligheidswetten’ (Lev. 18) is uiterst interessant. We moeten op minstens vier dingen letten:

(1) Alleen maar omdat dit de eerste keer is dat sommige verboden vermeld worden in de Bijbel betekent daarom nog niet noodzakelijk dat het ook de eerste keer is dat iemand eraan dacht, of de praktijken in kwestie verbood. Voor moord werkelijk als dusdanig wordt verboden, begaat Kaïn een moord en wordt hij ervoor veroordeeld en gestraft. Hetzelfde is waar voor veel daden die in de Wet van Mozes behandeld worden. Veel van Gods Wet staat geschreven op het menselijk geweten, zodat samenlevingen zonder de Schrift toch morele structuren oprichten, die op belangrijke en onthullende manieren overlappen met de Schrift - hoezeer ze ook mogen verschillen van de waarden van de Schrift. Over veel van wat hier wordt opgesomd aan verboden op het vlak van seksueel gedrag fronste men toen ongetwijfeld ook al de wenkbrauwen; maar nu wordt het verbod ervan in wetten gegoten.

(2) Zoals gewoonlijk zijn de geboden in dit hoofdstuk verbonden met de persoon en het karakter van God (18:2-4, 21, 30), de uittocht (18:3) en de sancties van het verbond (18:29).

(3) Veel van wat in dit hoofdstuk wordt verboden stelt grenzen in seksuele relaties: een man mag geen seksuele betrekkingen hebben met zijn moeder of stiefmoeder, zuster of halfzuster, kleindochter, tante, schoondochter, schoonzus enz.
Homoseksualiteit is ‘een gruwel’ (18:22); bestialiteit ‘schandelijke ontucht’ (18:23).
Verbonden met deze lijst is het verbod om een van je kinderen te offeren aan de vreselijke God Moloch, die eiste dat er enkele verbrand werden als offer (18:21); misschien is het gemeenschappelijke punt de integriteit of veiligheid van de familie.
Een ander treffend element in dit hoofdstuk is het feit dat de perversiteiten verboden worden in Israël zodat deze jonge natie niet even ontuchtig zou worden als zij in wiens plaats ze komen – opdat ze niet dezelfde richting kiezen en uitgespuwd worden door het land (18:24-30). De schaduw van de ballingschap is al aan de horizon te ontwaren, zelfs nog voor het volk het land is binnengetrokken.

(4) Intrigerend genoeg wordt Leviticus 18:5 geciteerd in Romeinen 10:5 en Galaten 3:10. De algemene les in de twee gedeeltes is dezelfde. De ‘Wet’, t.t.z. het verbond van de wet, is gegrond in eisen: houd je aan Gods geboden en wetten en leef. Dit betekent niet dat geloof niet vereist is, en nog minder dat het verbond van het Oude Testament niet gekenmerkt zou worden door genade (niet in het minst in het offersysteem, zodat zij die het verbond overtraden toch uitzicht hadden op een weg terug). Maar de kern ervan is eisend. De kern van het Nieuwe Verbond, zoals het verbond met Abraham, wordt bovenal gekenmerkt door geloof (wat ook de eisen ervan zijn). Hoezeer er ook overlappingen mogen zijn, de onderscheidende kern van de twee verbonden mag niet verward worden.


Eigen vertaling van de overdenking bij 14 april uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten