Leviticus 4, Psalm 1-2, Spreuken 19, Colossenzen 2
De eerste Psalm wordt soms aangeduid als wijsheidspsalm. Deze beschrijving komt grotendeels voort uit het feit dat de Psalm twee wegen aanbiedt, en slechts twee wegen: de weg van de rechtvaardige (Ps. 1:1-3) en de weg van de goddeloze (1:4-5), met een finaal samenvattend contrast (1:6).
De eerst drie verzen, die de rechtvaardige beschrijven, vallen natuurlijk in drie stappen uiteen. In vers 1 wordt de rechtvaardige negatief beschreven, in vers 2 positief en in vers 3 in een metafoor. De negatieve beschrijving in vers 1 stelt wat een ‘welzalig’ man niet is. Hij wandelt niet ‘in de raad van de goddeloze’; hij ‘staat niet op de weg der zondaars’; hij zit niet ‘in de kring der spotters’.
De zondaar echter, komt tot stilstand (wandelen/staan/zitten). Hij begint met wandelen in de raad van de goddeloze: hij pikt het advies op, de perspectieven, de waarden en het wereldbeeld van de goddeloze. Als hij dit lang genoeg doet verzinkt hij naar het volgende niveau: hij ‘staat op de weg van de zondaars’. De vertaling kan een verkeerde indruk wekken. ‘In iemands weg staan’ betekent in het Nederlands dat je hen hindert. Je denkt dan aan Robin Hood en Sterke Jan op de brug: elk staan ze de ander in de weg en een van hen belandt in de stroom. Maar in het Hebreeuws betekent ‘op iemands weg staan’ iets als ‘in zijn schoenen staan’: doen wat hij doet en zijn levensstijl overnemen, zijn gewoontes, zijn gedragspatronen.
Als hij deze koers lang genoeg aanhoudt is het waarschijnlijk dat hij in het dodenrijk afdaalt en ‘zit in de kring der spotters’. Niet alleen neemt hij deel aan veel dat goddeloos is, maar hij sneert ook naar hen die dit niet doen.
Op dit punt, zei iemand ooit, haalt iemand zijn masterdiploma in waardeloosheid en zijn doctoraat in verdoemenis. De Psalmist benadrukt, Welzalig de man die niet wandelt in de raad der goddelozen, die niet staat op de weg der zondaars, noch zit in de kring der spotters (cursief toegevoegd).
De rechtvaardige wordt negatief beschreven. Je zou kunnen verwachten dat het tweede vers met contrasterend parallellisme zou beantwoorden: ‘Welzalig echter, is de man die wandelt in de raad van de godvrezende, die staat in de weg van de gehoorzame, die zit in de raad van de dankbaren’ – of iets in die aard. Maar in de plaats daarvan is er één positief criterium en dat is genoeg: ‘maar aan des HEREN wet zijn welgevallen heeft, en diens wet overpeinst bij dag en bij nacht’ (1:2).
Waar iemand zijn vreugde vindt in het Woord van God, er voortdurend over nadenkt, daar leer je goede raad, daar wordt je wandel gevormd door openbaring, daar smaak je de genade van dankbaarheid en lofzegging. Dat is voldoende als criterium.
Eigen vertaling van de overdenking bij 1 april uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org
Geen opmerkingen:
Een reactie posten