zondag 25 maart 2012

Toch liefde onder voorwaarden? (Joh. 15)


Exodus 36, Johannes 15, Spreuken 12, Efeziërs 5


Er wordt in de Bijbel op tal van manieren over Gods liefde gesproken.

In sommige passages gaat Gods liefde uit naar zijn uitverkorenen. Hij heeft hen lief en niet anderen (bijv. Deut. 4:37; 7:7-8; Mal. 1:2). Maar als we denken dat de liefde van God zonder uitzondering slechts tot zijn uitverkorenen wordt beperkt, zullen we al snel andere thema’s verdraaien: zijn genadige voorzienigheid van ‘algemene genade’ (Is Hij niet de God die het laat regenen over bozen en goeden? Zie Matt. 5:45), zijn machtige verdraagzaamheid (bijv. Rom. 2:4), zijn pleidooi tot opstandelingen om zich te bekeren en berouw te tonen opdat ze niet zouden sterven, want Hij heeft geen behagen in de dood van de goddeloze (bijv. Ez. 33:11).

Als dit anderzijds alles zou zijn wat de Bijbel zegt over de liefde van God, zou God snel gereduceerd worden tot een onmachtige, gefrustreerde aanbidder die alles deed wat hij kon, de arme kerel. Dit is echter nooit hoe we het liefdevolle initiatief van effectieve kracht mogen zien, dat vervat zit in de passages die we eerst citeerden of in andere, gelijkaardige teksten.

Maar er zijn andere manieren waarop de Bijbel spreekt over de liefde van God. Eén ervan domineert in Johannes 15:9-11. Hier is de Vaders liefde voor ons verbonden aan de voorwaarde van gehoorzaamheid. Jezus draagt zijn discipelen op om Hem op precies dezelfde manier te gehoorzamen als Hij zijn Vader gehoorzaamt, opdat ze mogen in zijn liefde blijven: ‘Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde’ (15:10).

Het verband toont dat dit ons niet vertelt hoe mensen volgelingen van Jezus worden. Eerder, ervan uitgaand dat zijn publiek bestaat uit volgelingen, beklemtoont Jezus dat er een relationele liefde op het spel staat die moet gevoed en onderhouden worden. Op precies dezelfde manier zegt de liefde van de Vader voor de Zoon niets over hoe die relatie ontstond (!), het weerspiegelt slechts de aard van de relatie.

Van de liefde van de Vader voor de Zoon wordt elders gezegd dat ze gedemonstreerd wordt door de Zoon alles te ‘tonen’, opdat de Zoon alles doet wat de Vader doet en dezelfde eer ontvangt als de Vader (Joh. 5:19-23); de liefde van de Zoon voor de Vader wordt getoond door gehoorzaamheid (14:31). Zoals mijn kinderen in mijn liefde blijven door me te gehoorzamen en me niet te tarten, zo blijven ook Jezus’ volgelingen in zijn liefde. Natuurlijk is er een manier waarop ik altijd van mijn kinderen zal houden, ongeacht van wat ze doen. Maar er is een relationeel element in die liefde dat afhankelijk is van hun gehoorzaamheid.

Zo brengt Jezus de liefde van de Vader aan ons over (15:9), en het resultaat van onze gehoorzaamheid is grote vreugde (15:11). ‘Bewaart uzelf in de liefde Gods’ (Judas 20).


Eigen vertaling van de overdenking bij 25 maart uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten