vrijdag 2 maart 2012

Maak vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon (Lk. 16)


Exodus 13, Lukas 16, Job 31, 2 Korinthiërs 1

Lees je het gedeelte voor de eerste keer, dan lijkt de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester met zijn onverwachte conclusie een van de meest vreemde verhalen die Jezus vertelt (Lukas 16:1-9).

Een onefficiënte en verkwistende beheerder wordt bij de rijke eigenaar geroepen en krijgt te horen dat hij ontslagen zal worden. Hij moet de boeken afsluiten en mag zijn ontslagformulier ophalen. Geweldig bezorgd over zijn toekomst vraagt de rentmeester zich af wat hij moet doen. Hij bezit niet de robuuste fysiek die hem toerust voor het werken met de handen, en hij wil zeker niet gaan bedelen.

Dus komt hij op de proppen met een totaal gewetenloos plan. Terwijl hij nog altijd legitiem gezag bezit over de goederen en rekeningen van de eigenaar, begint hij overeenkomsten te sluiten met de schuldenaars van de meester. Het is een zeer grote operatie en de sommen zijn enorm. Voor schuldenaar na schuldenaar begint hij te snijden in het bedrag van hun schuld, in bepaalde gevallen tot vijftig procent. Zijn redenering is zeer eenvoudig. In een cultuur waarin een geschenk een verplichting creëert, erkent hij dat al deze mensen zich verplicht zullen voelen om hem tegemoet te komen wanneer hij zelf zonder job en inkomsten zit.
Met sommen als deze zal hij in staat zijn voor zeer lange tijd beroep te doen op hun gastvrijheid. De meester zal het ongetwijfeld niet leuk gevonden hebben zo bedonderd te worden met zijn rekeningen, maar hij was verstandig genoeg om de schranderheid van zijn rentmeester te erkennen.

Dan komt de verrassende toepassing: ‘Want de kinderen dezer wereld gaan ten aanzien van hun geslacht met veel meer overleg te werk dan de kinderen des lichts. En Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige tenten’ (16:8-9). Wat betekent dit?

Het kan niet betekenen dat Jezus onscrupuleuze zakenmethodes verdedigt. Het punt is dat de rentmeester middelen gebruikt die onder zijn beheer staan (hoewel het eigenlijk niet de zijne zijn) om zich voor te bereiden op zijn eigen toekomst. Gebruiken de ‘kinderen van het licht’ de middelen die onder hun beheer vallen om hun toekomst voor te bereiden? Wat is die toekomst? De gewiekste rentmeester wilde verwelkomd worden in de huizen van deze schuldenaars; de kinderen van het licht moeten verwelkomd worden ‘in de eeuwige tenten’ (16:9).

Moeten we dus niet zwaar investeren in de hemel, terwijl we daar schatten verzamelen? Als dit betekent dat we geld spenderen voor de juiste dingen, dan zij dat zo: wanneer het allemaal op is, dan hebben we nog steeds een eeuwige woonplaats in het vooruitzicht. De idee is niet dat we de hemel kunnen kopen, maar dat het onvoorstelbaar onverantwoordelijk is om niet vooraf te plannen voor ons thuis, wanneer zelfs de kinderen van deze wereld genoeg weten om voorbereidselen te treffen voor hun toekomstige woningen.

Begrijpelijkerwijs schrapen de daaropvolgende verzen (16:10-15) de glans weg van bezittingen ten gunste van wat God zeer waardeert.


Eigen vertaling van de overdenking bij 2 maart uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998. Dit dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten