donderdag 29 maart 2012

'De heerlijkheid des HEREN vervulde de tabernakel' (Ex. 40)


Exodus 40, Johannes 19, Spreuken 16, Filippenzen 3

De slotgedachten van Exodus 40 verbinden verschillende belangrijke thema’s die al geïntroduceerd werden en grijpen vooruit naar diverse andere. Hier is de bouw van de tabernakel af, samen met de gewaden en uitrustingsstukken voor de priesterdienst. ‘En de wolk bedekte de tent der samenkomst, en de heerlijkheid des HEREN vervulde de tabernakel’ (40:34).

Dit moet de wolkkolom zijn (overdag) en de vuurkolom (gedurende de nacht) dit hen vanaf het begin vergezeld heeft. Het gaf de loutere tegenwoordigheid van God aan en gaf hen richting met betrekking tot wanneer en waarheen ze moesten optrekken.

Nu rust de wolk op de nieuw opgerichte tabernakel of tent der samenkomst (of ontmoetingstent), terwijl ze er zich in vestigt en ze vervult. Ja, bij dit inaugureel vervullen is de tegenwoordigheid van de Heer zo intens dat zelfs Mozes niet kan binnengaan, laat staan iemand anders (40:35).
Bovendien rust van nu af aan de wolk van heerlijkheid op de tabernakel wanneer het volk ter plekke moet blijven, en verheft ze zich en leidt ze het volk wanneer ze moeten optrekken (40:36-38).

Zes opmerkingen:

(1) Als de wolk- en vuurkolom op de tabernakel rust, dan is dat om deze constructie te verbinden met het zichtbare symbool van de voortdurende krachtige tegenwoordigheid van God die hen leidt.

(2) Op een punt, na de ellendige opstand die resulteerde in het maken van een gouden kalf, had God geweigerd om in het midden van deze verbondsgemeenschap op te trekken. Mozes deed voorbede (Ex. 32-34). Hier is de vrucht van zijn gebeden. De tabernakel is nu opgericht, de tegenwoordigheid van God zweeft erboven in de symbolische vorm waarmee het volk ondertussen vertrouwd is geworden, en dit allemaal in het midden van de twaalf stammen.

(3) Deze focus op de tabernakel aan het slot van Exodus bereidt de weg voor de openingshoofdstukken van Leviticus, in het bijzonder voor de specificaties met betrekking tot de slachtoffers en offerandes die gebracht moeten worden in verbinding met de tabernakeldienst.

(4) Die tabernakel grijpt vooruit naar de tempel. In feite is het een soort mobiele tempel. In de dagen van Salomo, wanneer het permanente bouwwerk afgewerkt is, daalt de heerlijkheid van de Heer daar op vergelijkbare wijze neer. Zo legt ze de link met de tabernakel en met de wolk- en vuurkolom van de jaren in de woestijn.

(5) Om al op de toekomst vooruit te grijpen: er is geen krachtiger symbool voor de aanstaande vernietiging van Jeruzalem dan het visioen van het vertrek van de heerlijkheid van God (Ez. 10-11).

(6) Er is geen krachtiger getuigenis van de unieke openbarende en bemiddelende rol van Jezus Christus dan de nadruk dat Hij de ware tempel is (Joh. 2:19-22); en er is geen krachtiger portret van de loutere heerlijkheid van de hemel dan de verklaring dat er daar geen tempel is, want de Heer God Almachtig en het Lam vormen zijn tempel (Opb. 21:22).


Eigen vertaling van de overdenking bij 29 maart uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten