Genesis 19, Mattheüs 18, Nehemia 8, Handelingen 18Als je niet voorzichtig bent kun je een analogie makkelijk verdraaien. De reden ligt voor de hand. Als iets een vergelijking of analogie is voor iets anders, dan zijn er altijd punten van overeenkomst en andere punten waarop ze behoorlijk verschillen. Waren ze op elk punt gelijklopend, dan zouden ze zich niet als analogie tot elkaar verhouden; de twee zouden in plaats daarvan identiek zijn. Wat een verband van analogie zo vruchtbaar maakt en zoveel inzicht verschaft ligt precies in het feit dat de twee dingen niet identiek zijn. Maar dat is ook wat ze een beetje lastig maakt om correct te begrijpen.
Dit punt is essentieel om de vergelijking te verstaan die Jezus gebruikt in Mattheüs 18:16. Wanneer zijn discipelen hun discussie starten over wie nu de grootste is in het koninkrijk der hemelen, roept Jezus een klein kind en beklemtoont dat als niet elk van hen ’zich bekeert en wordt als de kinderen’, ze ‘het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan’ (18:3). Inderdaad, ‘Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen’ (18:4). Een klein kind ontvangen in Jezus’ naam is hetzelfde als Jezus ontvangen (18:5); wie daarentegen een van deze kleinen, die in Jezus geloven, tot zonde verleidt, die persoon ware beter af als hij nooit geboren was (18:6).
Het is belangrijk op te merken wat de vergelijking niet stelt. Ze suggereert niet dat kinderen onschuldig zijn of zondeloos, er ligt geen aanwijzing in dat hun geloof op zich zuiver is, geen sentimentele illusie dat kinderen meer verstaan van God dan volwassenen. Het belangrijkste punt uit de gelijkenis wordt gevormd door het verband met de discussie tussen de discipelen. Terwijl zij ruzie maken over wie de grootste is in het koninkrijk, stelt Jezus alles in het werk om de aandacht te vestigen op leden van de samenleving die niemand als groot aanziet. Kinderen zijn dergelijke afhankelijke schepselen. Ze zijn niet sterk, wijs of gesofistikeerd. Ze zijn relatief doorzichtig. Trotse volwassenen dan moeten zich zelf vernederen, zodat ze tot God zouden naderen zoals kinderen doen: eenvoudig en in een afhankelijkheid die zich niet bewust is van zichzelf, zonder enige hoop de grootste te zijn in het koninkrijk.
Stellen zulke kinderen bovendien hun vertrouwen in Jezus - ongetwijfeld zonder veel vernuftigheid, maar met een transparente eenvoud – dan zijn zij die hen tot zonde verleiden en op het verkeerde pad brengen te beklagen en uitermate slecht.
Hier is dan een beeld van grootheid in het koninkrijk dat onze aanmatigingen aan gruzelementen slaat, onze trots neerwerpt en onze zelfzuchtige eerzucht tot schande maakt. Mogen we niet de verkeerde conclusies trekken uit deze vergelijking, dan zijn er nog genoeg correcte lessen om goed over na te denken en in de praktijk te brengen.
Zij die hoge ambities hebben in de kerk en een belangrijke reputatie willen opbouwen moeten deze woorden goed overwegen: ‘Wie nu zichzelf gering zal achten als dit kind, die is de grootste in het Koninkrijk der hemelen’.
Eigen vertaling van de overdenking bij 18 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998. Dit dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten