maandag 2 januari 2012

Genesis 2: grote problemen vergen een grote redding

Genesis 2, Mattheüs 2, Ezra 2, Handelingen 2


Wat een vreemde manier om dit verslag van de schepping af te sluiten, zouden we kunnen denken: ‘Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar’ (Gen. 2:25). Hollywood zou ervan smullen: mooi excuus voor seksuele prikkeling indien iemand de scene op groot scherm wil krijgen. Wij haasten ons jachtig verder in het verhaal.

Het vers is echter strategisch geplaatst. Het verbindt het verslag van de schepping van de vrouw en de instelling van het huwelijk (Gen. 2:18-24) met het verslag van de zondeval (Gen. 3). Aan de ene kant vertelt de Bijbel ons dat de vrouw uit de man werd genomen, door God gemaakt om voor hem een ‘helper’ te zijn ‘die bij hem past’ (2:18), maar tegelijk dubbel één met hem: zij is been van zijn gebeente en vlees van zijn vlees (2:23). En nu zijn de twee verenigd als één in het huwelijk, één vlees (2:24), het paradigma van komende huwelijken, van nieuwe gezinnen en families.
Aan de andere kant lezen we in het volgende hoofdstuk over de zondeval, de vreselijke rebellie die dood en de vloek introduceert. Deel van het verslag, als we al even vooruitkijken naar de overdenking van Genesis 3, vindt de man en de vrouw die zich verbergen voor de tegenwoordigheid van de Heer, omdat hun opstandigheid hun ogen opende voor hun naaktheid (3:7, 10). Verre van zich niet te schamen voor elkaar, is hun eerste reactie dat ze zich verbergen.

Dit was niet hoe het bedoeld was. In het begin waren man en vrouw naakt, ‘maar ze schaamden zich niet voor elkaar’. De seksuele arena staat natuurlijk op de voorgrond, maar er is een symbool-geladen diepte verbonden met de uitdrukking. Het is een manier om te zeggen dat er geen schuld was. Er was niets om beschaamd over te zijn. Deze gelukkige onschuld betekende openheid, volkomen oprechtheid. Er viel niets te verbergen, noch voor God, noch voor de ander.

Hoe anders na de zondeval. De man en de vrouw verbergen zich voor God en geven anderen de schuld. De oprechte openheid is weg, de onschuld is in rook opgegaan, de openheid is afgesloten. Dit zijn de onmiddellijke effecten van de eerste zonde.
Hoeveel gruwelijker zijn dezelfde effecten als ze doorwerken in de psyche van een gevallen ras, doorwerken in individuele personen als jij en ik die zoveel te verbergen hebben. Zou je willen dat je echtgenoot of beste vriend de volledige diepte kent van elk van je gedachten? Zou je je motieven willen afgebeeld zien voor het publiek? Hebben we niet dingen gedaan waarover we zo beschaamd zijn dat we willen dat zo weinig mogelijk mensen ervan weten? Zelfs de persoon van wie het geweten beschreven wordt als ‘toegeschroeid’ (bijv. 1Tim.4:2) en die daarom roemt in zijn zonde zal dit enkel doen in bepaalde arena’s, maar niet in andere.

Hoe verbazingwekkend groot is de redding die weg weet met problemen van dergelijke omvang.


Eigen vertaling van de overdenking bij 2 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998. Dit dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten