zondag 8 januari 2012

Geen hocus pocus voor een man onder gezag

Genesis 8, Mattheüs 8, Ezra 8, Handelingen 8


Waarom vindt Jezus het geloof van de hoofdman (Romeins centurio) zo verwonderlijk (Matt. 8:5-13)? De hoofdman bevestigt Jezus dat voor zover het hem betreft het onnodig is voor de Meester om zijn huis te bezoeken om de pijnlijdende dienstknecht te genezen. Hij verstaat dat Jezus slechts een woord hoeft te spreken en de knecht zal gezond worden. ‘Want’ zo legt hij uit ‘ik ben zelf een ondergeschikte met soldaten onder mij, en ik zeg tot de één: Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: Kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het’ (Matt. 8:9).Waarom is dit een zo verbazingwekkend bewijs van geloof?

Drie factoren vallen op.

De eerste is dat in een tijd van niet weinig bijgeloof, de hoofdman geloofde dat Jezus’ genezende kracht niet lag in hocus pocus, of zelfs niet in zijn persoonlijke aanwezigheid, maar in zijn woord. Het was niet noodzakelijk voor Jezus om de knecht aan te raken of te behandelen of zelfs maar tegenwoordig te zijn; Hij moest slechts het woord spreken en het zou gebeuren.

Het tweede is dat hij tot een dergelijke geloofsuiting kwam ondanks het feit dat hij niet was gepokt en gemazeld in de Schrift. Hij was een heiden. Hoeveel hij van de Schrift begreep kunnen we niet zeggen, maar het was zeker minder dan veel van de geleerden in Israël.

Het derde verbazingwekkende element in het geloof van deze man is de analogie die hij maakt. Hij erkent dat hij zelf een man onder gezag is, en daarom bezit hij autoriteit wanneer hij spreekt in de context van die relatie. Wanneer hij een Romeins soldaat onder zijn beveel opdraagt om te komen of te gaan of iets te doen, dan spreekt hij niet louter van de ene man tot een andere man. De hoofdman spreekt met de autoriteit van zijn hogere officier, de tribuun, die finaal op zijn beurt spreekt met de autoriteit van Caesar, met de autoriteit van het machtige Romeinse Rijk. Die autoriteit, dit gezag hoort bij de hoofdman, niet omdat hij in feite in elk opzicht even machtig is als Caesar, maar omdat hij een man onder gezag is: de commandostructuur betekent dat wanneer de hoofdman spreekt tot een soldaat van het voetvolk, Rome spreekt.
Impliciet geeft de hoofdman dus aan dat hij in Jezus een vergelijkbare relatie ziet: Jezus staat zo in relatie tot God en onder Gods gezag, dat wanneer Jezus spreekt, God spreekt. De hoofdman sprak natuurlijk niet vanuit het kader van een doorwrochte christelijke leer omtrent Christus, maar de ogen van het geloof hadden hem in staat gesteld om inderdaad heel diep door te dringen.

Dit is het geloof dat wij nodig hebben. Het vertrouwt op Jezus’ woord, weerspiegelt een eenvoudige diepgang en gelooft dat wanneer Jezus spreekt, God spreekt.


Eigen vertaling van de overdenking bij 8 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998. Dit dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten