Genesis 7, Mattheüs 7, Ezra 7, Handelingen 7
Er was een tijd dat er in de Angelsaksische wereld nauwelijks iemand was die niet in staat was om Johannes 3:16 te citeren. Ongetwijfeld was dit het meest gekende vers uit de hele Bijbel. Mogelijk bekleedt het vandaag nog een belangrijke plaats – ik ben niet zeker. Maar als het dit doet, dan zal het percentage mensen die het kennen aanzienlijk kleiner zijn. En dit aantal blijft afnemen aangezien de kennis van de Bijbel verder vermindert in het Westen.
Ondertussen is er een ander vers dat (misschien wel) meer geciteerd wordt, bijna als een afwijzend gebaar, door sommige mensen die hun Bijbel niet zo goed kennen, maar denken dat het hun vooringenomenheid ondersteunt. Het gaat om Mattheüs 7:1: ‘Oordeelt niet, opdat u niet wordt geoordeeld’. In een tijd waarin filosofisch pluralisme het overwicht haalt, mogen deze 7 woorden bijna als dé publieke belijdenis beschouwd worden.
Drie dingen moeten daarvan gezegd worden.
Ten eerste is het treffend dat de teksten voor het dagelijks Bijbellezen van vandaag (zie bovenaan) niet alleen Mattheüs 7 bevatten, maar ook Genesis 7. Daar wordt het allesvernietigende oordeel van de zondvloed weergegeven: ‘Zo verdelgde Hij alles wat bestond, wat op de aardbodem was, mensen zowel als vee en kruipend gedierte en het gevogelte des hemels, zodat zij verdelgd werden van de aarde; Noach alleen bleef over en wat met hem in de ark was’ (Gen. 7:23). Het is dezelfde God die achter beide passages staat, dus mogen we niet te snel Mattheüs 7:1 de betekenis geven dat alle oordeel intrinsiek al verkeerd zou zijn.
Ten tweede is dit geen voorbeeld van een praktijk uit het Oude Testament die op de een of andere manier wordt afgeschaft in het Nieuwe Testament. Uiteindelijk vraagt Mattheüs 7:6 dat we oordelen over wie de ‘honden’ en de ‘varkens’ zijn, en de paragrafen op het einde van het hoofdstuk waarschuwen ons tegen valse profeten (en ze vertellen ons hoe we kunnen onderscheiden wie de ware en de valse zijn), en wie er werkelijk een volgeling van Jezus is en wie niet. Bovendien spreekt niet alleen dit hoofdstuk van een verschrikkelijk oordeel dat niet minder finaal zal zijn dan de zondvloed (Matt. 7:13, 19, 23), maar zijn er vele passages in het Nieuwe Testament die al even compromisloos zijn.
Ten derde moeten we niet alleen verkeerde uitleggingen van Mattheüs 7:1 aan de kaak stellen, we moeten ook verstaan wat het vers wel wil zeggen en het toepassen. Het werkwoord ‘oordelen’ heeft tal van betekenissen en de context (7:1-5) is beslissend om het zijn juiste kleur te geven in dit gedeelte. Mensen die gerechtigheid zoeken (6:33) zijn heel vatbaar voor eigengerechtigheid, arrogantie, zelfingenomenheid ten opzichte van anderen, een lelijke heiliger-dan-jij-opstelling of hypocrisie. Natuurlijk zijn niet allen zo, maar de zonde van ‘véroordeling’ komt al genoeg voor. Dit is niet wat Jezus wil.
Eigen vertaling van de overdenking bij 7 januari uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998. Dit dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten