De farizeeër stond daar rechtop en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” (Lk.18:11-12)
"Wat was er mis met deze Farizeëer?", vraagt Ray Ortlund in een korte maar verduidelijkende post die hij besluit met een knipoog. Hieronder de vertaling.
Er was heel wat goed met
Dus, wat was er mis met hem? Gewoon dit. Hij geloofde oprecht dat hij 'niet was als de andere mensen'.
Dank God dat ik niet ben als deze Farizeëer!"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten