donderdag 3 januari 2008

Een jaar van gebed

We staan aan het begin van een nieuw jaar. Bij de vele goede wensen die we uitwisselen, mogen we elkaar opwekken tot een jaar van gebed.

Bidden is een hartelijk gesprek met God de Here voeren, om Hem iets te vragen of Hem te danken. Het is de voornaamste vorm van persoonlijke omgang met God. Echt bidden heeft alles te maken met geloof. Geloof is vol vertrouwen luisteren naar het Woord en daarop antwoord geven. Het gebed is een reactie op de ernstige en troostrijke boodschap van God.

Wij zouden als zondige mensen niet eens durven bidden als God zelf ons niet het bevel had gegeven: ‘Roep Mij aan!’ Gods roepstem geeft ons vrijmoedigheid om Hem te antwoorden in ons gebed. Bidden is geen belletje trekken. Bidden is komen omdat je geroepen bent.

We bidden op basis van Gods beloften en daarom is ons gebed geen slag in de lucht. Hoe is het dan wél? Bijvoorbeeld zo: ‘Hier kom ik, lieve Vader, ik bid niet op grond van mijn eigen gedachten of mijn waardigheid, maar overeenkomstig uw gebod en belofte die niet falen of liegen kan’ (Luther).
Zo krijgt ons gebed waarde in de ogen van God. ‘God beoordeelt de waarde van het gebed echter niet naar de waardigheid van de persoon, maar slechts naar het geloof, waarmee men gehoorzaamheid betoont aan zijn opdracht en vertrouwen schenkt aan zijn belofte' (Calvijn).

Het gebed is de gouden sleutel die de schatkamers van de hemel opent. Door het gebed gaan ook in 2008 die deuren open en ontvangen we van God de vervulling van zijn beloften, in ons persoonlijk leven, voor de kerk en voor Israël en de volken.

Elke gelovige weet van ‘onverhoorde gebeden’. God hoort ons overal en altijd. Toch doet Hij lang niet altijd wat wij vragen. Het is een moeilijke les voor ons dat God wel al zijn beloften, maar niet al onze wensen vervult. God heeft niet beloofd dat nu al alle zieken beter worden. Of dat er in deze wereld nu al geen pijn en verdriet meer zal zijn. Hij heeft wél beloofd dat Jezus komt op de wolken en dat er eens een nieuwe hemel en aarde zal zijn. En ook dat Hij ons onder geen beding in de steek zal laten.

Laten we bidden ‘in Jezus’ naam’. Dat geeft richting en kracht aan ons gebed. In ons bidden zijn we dan als het ware ‘gedekt’ door Jezus zelf. En tegelijk gericht op Gods Naam, Gods wil en Gods rijk. Zeker van verhoring!

Commentaar van Jan Hoek op cvkoers.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten