maandag 16 november 2015

Wee hun, die verlangen naar de dag des HEREN (Amos 5)

1 Kronieken 7-8; Hebreeën 11; Amos 5; Lukas 1:1-38

Bij een eerste lezing lijkt Amos 5 nogal een rommeltje. Het bestaat uit zeer uiteenlopende stukjes – met niet alleen verschillende thema’s, maar ook verschillende vormen en literaire genres.

De [Engelstalige, JL] NIV-vertaling erkent het punt door de verzen 8 en 9 tussen aanhalingstekens te zetten (in het Hebreeuws zijn er geen aanhalingstekens) [Ook de Nederlandstalige NBV-vertaling heeft een duidelijk onderscheid aangebracht voor deze verzen, JL]. De eerste drie verzen zijn een klaagzang, een grafzang, die somber de val van Israël betreurt.

De verzen 4-6 en 14-15 vormen een evangelistische oproep. Dit is hoe Israël moet reageren willen ze aanvaard worden door de Heer en overleven. De verzen 7 en 10-13 behandelen de onderdrukking en corruptie in het land. De laatste twee verzen (16-17) keren terug naar de klaagzang.

Het is makkelijk genoeg om over deze uiteenlopende thema’s afzonderlijk na te denken. Je kunt bijvoorbeeld langer stilstaan bij hoe het zoeken van de Heer zelf (5:4-6, 14-15) belangrijker is dan de esthetisch welgevallige vorm van de eredienst (5:4-5), over hoe ware bekering ook een enorme haat tegenover zonde omvat, niet alleen op een afstandelijk, theoretisch vlak, maar ook op het vlak van praktische integriteit en sociale verantwoordelijkheid, inclusief rechtvaardigheid in de rechtbanken (5:15).

Is er een maatschappij die dit meer moet horen dan de onze, waar er steeds minder aandacht is voor recht en gerechtigheid en steeds meer aandacht voor het louter manipuleren van de nauwkeurig vastgelegde wetten? En zo zouden we ons doorheen alle thema’s en vormen uit 5:1-17 kunnen werken.

Voor bepaalde doeleinden is dergelijke thematische analyse natuurlijk nuttig. Het vindt zijn extreem in de liberale criticus die denkt dat het hoofdstuk een mislukte mengeling is van bronnen die met schaar en lijm kan worden goed gezet. Maar dit gaat voorbij aan de genialiteit en kracht van het hoofdstuk.

Dit is een collage, verwant aan een snelle opeenvolging van filmbeelden die dansen van oorlog naar preek naar begrafenis naar oordeel naar zonde en naar bekering.

De oorspronkelijke toehoorders van Amos waren hem vijandig gezind. Om hun aandacht vast te houden moest hij hen van hun sokkel blazen, en de resulterende snelle overgangen geven kracht aan het geheel, precies omdat ze schokkend en onverwacht zijn. We worden gedwongen om niet alleen over de thema’s zelf na te denken, maar ook over hun onderlinge verbindingen met andere thema’s.

De richting van het geheel wordt uiteengezet in de eindverzen van het hoofdstuk (5:18-27). Bij al hun zelfzucht en morele ambivalentie behouden deze mensen een religieuze ijver die verlangt naar ‘de dag van de Heer’ – zoals zovelen onder ons hunkeren naar ‘een opwekking’.

Maar God zegt dat Hij hun religieuze feesten veracht en hun samenkomsten haat. Aan zijn eis kan niet getornd worden: ‘Maar laat het recht als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek’ (5:24). Anders zal de ‘dag des Heren’, wanneer Hij hen werkelijk ontmoet, een dag zijn van donker oordeel, oneindig veraf van het paradijselijke licht waar zij op hopen.


Eigen vertaling van de overdenking bij 16 november uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten