2 Koningen 1; 2 Thessalonicenzen 1; Daniël 5; Psalmen 110-111
Ik hoorde eens een voorganger door 2 Thessalonicenzen 1 prediken met de volgende indeling:
1. Een goede gemeente gaat door een moeilijke tijd (1:3-4)
2. Een goede God wacht op de juiste tijd (1:5-10)
3. Een goed man bidt in de tussenliggende tijd (1:11-12)
Vandaag wil ik wat verder nadenken over het tweede punt.
(1) Paulus kan spreken over de Thessalonicenzen die het koninkrijk van God ‘waardig’ worden geacht, dat met verterende kracht zal komen wanneer Jezus terugkomt (1:5-11). Het verband toont ons dat Paulus niet veronderstelt dat ze op een of andere manier helemaal waardig genoeg worden om te worden aangenomen door God. De idee is eerder dat ze, nu ze christen geworden zijn, christelijk geloof en liefde aan de dag leggen (1:3-4) en dat ze op de christelijke weg volharden, ondanks lijden en beproevingen (1:4-5).
Dit aanhoudend aan de dag leggen van genade terwijl ze onder vuur liggen, deze vasthoudendheid, is een bewijs van wat er gebeurt in hun levens, en het resulteert erin dat ze het koninkrijk worden ‘waardig’ geacht. Met andere woorden: waarachtige christenen volharden door Gods genade in het evangelie, en dit toont aan dat ze geschikt zijn voor de voleinding. In die zin tonen ze zich ‘waardig’.
(2) ‘God is inderdaad rechtvaardig’ (1:6 [NBV]). Daarom zal er een tijd zijn van vergelding voor hen die zijn volk wreed verdrukten (1:7) en zijn woord veronachtzaamden (1:8). Wanneer Christus terugkomt zal Hij straf oefenen ‘over hen, die God niet kennen en het evangelie van onze Here Jezus niet gehoorzamen’ (1:8). Hier wordt verondersteld dat de volkomenheid van Gods rechtvaardigheid niet wordt gezien vooraleer Jezus terugkeert.
Een bepaalde uitwerking van gerechtigheid wordt gezien in deze gebroken wereld, maar laten we wel wezen: in deze wereld lijken veel zondige mensen met heel veel weg te komen, en veel mensen die buitengewone goedheid vertonen lijden heel wat.
Wijze ouders zeggen vaak tegen hun kinderen ‘Het leven is niet eerlijk. Verwacht dat dus ook niet’. Maar tegelijk is God ‘eerlijk’; Hij is volmaakt rechtvaardig. Maar verwacht niet dat zijn rechtvaardigheid wordt aangetoond via onmiddellijke beloning en vergelding. Zijn tijdrekening is niet de onze. Het leven is niet eerlijk op onze tijdrekening. Wanneer Jezus echter terugkomt, zal niet alleen recht geschieden, we zullen ook zien dat het geschiedt.
(3) Op dat moment is Christus zelf het centrum van alles, en niemand van ons, individuen. Omwille van de centrale rol van Christus wordt straf zowat gedefinieerd in termen van verstoten worden ‘ver van het aangezicht des Heren en van de heerlijkheid zijner sterkte’, terwijl ze ‘boeten met een eeuwig verderf’ (1:9).
Onder ‘zijn heiligen’ daarentegen, zijn ‘heilig volk’, zal diezelfde Heer Jezus ‘verheerlijkt’ worden, ‘en met verbazing aanschouwd’ worden ‘in allen, die tot geloof gekomen zijn’ (1:10). Laat Christus niet in de hemel zijn, en de hemel zou een hel zijn.
Eigen vertaling van de overdenking bij 20 oktober uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten