maandag 13 oktober 2014

'Omri deed wat slecht is in de ogen van de HEER' (1Kon. 16)

1 Koningen 16; Kolossenzen 3; Ezechiël 46; Psalm 102

1 en 2 Koningen verhalen ons het afnemende geluk van zowel het noordelijke als het zuidelijke koninkrijk. Occasioneel is er een koning die op een of ander gebied hervormingen doorvoert. Maar globaal genomen is de richting neerwaarts. Een beetje duiding (1 Koningen 16):

(1) Hoewel 1 en 2 Koningen zowel het noordelijke als het zuidelijke koninkrijk behandelen, ligt de nadruk toch op het eerste. In tegenstelling daarmee slaat de balans bij 1 en 2 Kronieken, die in grote lijnen hetzelfde materiaal coveren, sterk door in het voordeel van het koninkrijk van Juda.

(2) In het zuiden gaat het Davidische koningshuis verder. Gedurende zijn geschiedenis spant het er naar de mens gesproken een aantal keren echt om. Niettemin houdt God de lijn in stand; zijn volledige heilsplan staat in verbinding met de voortgang van deze Davidische lijn. Het standpunt hierin wordt goed uitgedrukt in 1 Koningen 15:4. Koning Abiam van Juda, die slechts 3 jaar regeerde, was ongetwijfeld een slechte koning. ‘Maar omwille van David gaf de HEERE, zijn God, hem een lamp in Jeruzalem door na hem zijn zoon te doen opstaan en door Jeruzalem in stand te houden’ [HSV].

In het noorden is er echter geen koningshuis dat erg lang standhoudt. Het koningshuis van Jerobeam duurde twee generaties en werd dan uitgemoord (15:25-30) en vervangen door Basa (15:33-34). Zijn dynastie bracht eveneens twee koningen voort, en toen werden de mannen uit zijn familie uit de weg geruimd door Zimri (16:8-13), wiens regering hoop en al zeven dagen duurde (16:15-19). En zo gaat het verder. Als de Davidische lijn in het zuiden voortgaat, is het allemaal uit genade.

(3) De opvolgingen in het noorden zijn gewelddadig en bloederig. Zo krijgen de inwoners van Israël na Zimri bijvoorbeeld te maken met een korte burgeroorlog, omdat ze zodanig verdeeld zijn tussen Omri en Tibni. De volgelingen van de eerste halen het. De tekst voegt de wrange commentaar toe: ‘Toen Tibni gestorven was, werd Omri koning’ (16:22). Kortom: er is een voortdurende begeerte naar macht, weinig systemen voor een ordelijke machtsoverdracht, en geen gehoorzaamheid vanuit het hart aan de levende God.

(4) Vanuit Gods oogpunt echter wordt de ernst van de zonde niet in de allereerste plaats afgemeten in termen van bloederig geweld, maar wel in termen van afgoderij (bijvoorbeeld in 16:30-33). Omri was een sterke heerser die de natie enorm versterkte, maar daarvan wordt slechts weinig beschreven - vanuit Gods oogpunt lees je: ‘En Omri deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, ja hij maakte het erger dan allen die vóór hem geweest waren’ (16:25). Bouwprogramma’s en een stijgend BNP kunnen de afgoderij niet compenseren.

(5) Details in deze verslagen verbinden het verhaal vaak met gebeurtenissen van veel vroeger of later. Zo roept de herbouw van Jericho (16:34) herinneringen op aan de vloek over de stad toen die vele eeuwen daarvoor met de grond gelijk werd gemaakt (Joz. 6:26). Het stichten van de stad Samaria (16:24) grijpt vooruit naar talloze verhalen van wat er in die stad plaatsvond – inclusief Jezus en de vrouw aan de put (Joh. 4, zie de overdenking van 14 maart).


Eigen vertaling van de overdenking bij 13 oktober uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten