donderdag 13 maart 2014

'Alles wat de HERE gesproken heeft, zullen wij doen' (Ex. 24)

Exodus 24; Johannes 3; Job 42; 2 Korinthiërs 12
Het is niet eenvoudig enig zicht te krijgen op de volgorde van gebeurtenissen in deze hoofdstukken van Exodus. Wel duidelijk is dat God genadig voldoende ontsluiert van de openbaring van zijn verbond dat het volk instemt met zijn voorwaarden (Ex. 24). Meer van zijn bepalingen, in het bijzonder in verband met de tabernakel en de priesterlijke regelingen, worden uiteengezet in de volgende hoofdstukken.

Mozes’ lange verblijf op de berg begint rond deze tijd en versnelt de wispelturige opstand die de afgod van het gouden kalf doet ontstaan (Ex. 32). Dit zorgt ervoor dat Mozes van de berg afdaalt en de tafelen met de Tien Geboden verbrijzelt. Te zijner tijd zullen we deze gebeurtenissen overwegen. Hier moeten we verschillende elementen van deze verbondssluiting doordenken.

(1) De Israëlieten moeten al vertrouwd zijn geweest met overheersingsverbonden, ze waren niet ongebruikelijk in de oude wereld. Een regionale macht of een supermacht legde dan een dergelijk verdrag op aan kleinere landen. Beide zijden stemden in met bepaalde verplichtingen.

De mindere macht stemt ermee in zich te houden aan de regels die de sterkere macht oplegt, bepaalde belastingen te betalen en een zekere trouw in stand te houden. Van zijn kant belooft de grotere macht bescherming, verdediging en loyaliteit. Vaak was er een inleiding die de voorbije geschiedenis preciseert, en een naschrift dat dreigt met straffen en oordelen voor de zijde die het verbond verbreekt.

(2) Delen van Exodus en Deuteronomium weerspiegelen in het bijzonder die verbonden. Enkele elementen in dit hoofdstuk zijn uniek. Wat echter duidelijk is, is dat het volk zelf instemt met de verbondsvoorschriften die Mozes zorgvuldig uitschrijft: ‘Alles wat de HERE gesproken heeft, zullen wij doen en daarnaar zullen wij horen’ (24:7).

De latere rebellie weerspiegelt dus niet slechts een lichtzinnige, onafhankelijke geest, maar het verbreken van een eed, het met voeten treden van een verbond. Ze minachten dus duidelijk het verdrag van de grote Koning.

(3) Om de trouw van de verbondsgemeenschap te versterken openbaart God zich niet alleen genadig aan Mozes maar ook aan Aäron en zijn zonen, en aan zeventig oudsten. Telkens schrijvers van het Oude Testament zeggen dat sommige mensen ‘God zagen’ (24:10-11) of iets dergelijks, zijn er onvermijdelijk kwalificaties, want zoals dit boek elders zegt, kan niemand het aangezicht van God zien en leven (33:20).

Wanneer ons dus wordt verteld dat de oudsten de God van Israël zagen, dan is de enige beschrijving ‘alsof onder zijn voeten een plaveisel lag’ (24:10). God blijft op afstand. Toch is dit een heerlijke openbaring, genadig gegeven om de trouw te verdiepen, terwijl een bijzondere bemiddelende rol is voorbehouden voor Mozes, die als enige de weg volledig gaat die bergopwaarts voert.

(4) Het verbond wordt verzegeld met het sprengen van het bloed (24:4-6).

(5) Gedurende de veertig dagen dat Mozes op de berg blijft, wordt de heerlijkheid van de Heer zichtbaar tentoongespreid (24:15-18). Dit grijpt vooruit naar ontwikkelingen in latere hoofdstukken.


Eigen vertaling van de overdenking bij 13 maart uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten