Richteren 12, Handelingen 16, Jeremia 25, Markus 11
Drie opmerkingen over deze stappen in de dienst van Paulus en Silas (Handelingen 16):
(1) Om de ‘Macedonische roeping’ van Paulus te begrijpen (16:6-10), moet je zijn bewegingen op een kaart kunnen volgen. Na het centrale deel van wat nu Turkije is, doorreisd te hebben, verhindert de Geest Paulus en Silas om Asia in te trekken (16:6), d.w.z. Klein-Azië, het westelijke deel van het huidige Turkije. Dus reizen ze naar het noorden. Nu proberen ze Bitynië in te trekken (16:7). Waren ze daartoe in staat geweest, dan bevonden ze zich op de belangrijkste oost-westverbinding die het Romeinse Rijk verbond met Indië – richting het oosten. Maar de ‘Geest van Jezus’ verhindert dat ze die stap nemen (16:7), en dus trekken ze in de enige richting die nog voor hen open ligt langs de wegen van die tijd: ze trekken richting de havenstad Troas. Van daaruit ligt er maar een bestemming voor de hand: over het water naar Europa. Tijdens de nacht krijgt Paulus een visioen van een man in Macedonië, de meest nabijgelegen landstrook van Europa, die hem smeekt: ‘Steek over naar Macedonië en help ons’ (16:9). Dit bevestigt Paulus en Silas in hun bewegingen; het zet hen niet in een andere richting. Het resultaat is dienstwerk op het Europese continent en uiteindelijk een pad naar Rome.
(2) De eerste bekeerling in Europa was een vrouw, een intercontinentale zakenreiziger uit Tyatira. Merk de beschrijving van haar bekering op en daarna de beschrijving van die van de gevangenbewaarder in Filippi: ‘de Here opende haar hart, zodat zij aandacht schonk aan hetgeen door Paulus gezegd werd’ (16:14); ‘hij (was) met zijn gehele huis tot het geloof in God gekomen’ (16:34). Laten we beide uitdrukkingen vandaag gebruiken.
(3) De moeite waard om over na te denken zijn de gelegenheden waarin Paulus staat op zijn Romeins staatsburgerschap, en wanneer hij dit niet doet. Soms wordt hij geslagen zonder een woord van protest. In Filippi worden aan Paulus en Silas ‘vele slagen gegeven’ (16:23-24), schijnbaar zonder dat ze protesteren. Romeinse staatsburgers waren uitgesloten van zweepslagen zolang ze niet schuldig waren bevonden aan de misdaad die hen ten laste werd gelegd. Maar wanneer de gevangenbewaarder wordt opgedragen de gevangenen los te laten, protesteert Paulus dat hij en Silas, beiden staatsburgers, gegeseld werden zonder voorafgaand proces en hij staat erop dat de hoofdlieden van de stad naar hen toekomen en uit de gevangenis leiden als een soort publieke verontschuldiging (16:37-39).
Waarom niet eenvoudig in stilte lijden, niet in het minst omdat dit is wat ze soms doen? Het valt moeilijk te bewijzen, maar velen hebben geloofwaardig geargumenteerd dat Paulus op zijn rechten staat wanneer hij door zo te handelen denkt dat hij wettelijke precedenten kan scheppen die andere christenen kunnen helpen. Elke zaak in de boeken waarin van christenen blijkt dat ze onschuldig zijn of onschuldig aan publieke oproer of geen bedreiging vormen voor het Romeinse Rijk, kan maar een nuttig wettelijk precedent zijn. Als dit juist is, is het een teken van strategische visie – in het belang van anderen.
Eigen vertaling van de overdenking bij 29 juli uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org
Geen opmerkingen:
Een reactie posten