'Christelijke aanbidding bestaat niet uit wat verricht wordt op heilige plaatsen, op heilige tijden en met heilige handelingen ... Het is het offeren van een lichamelijk bestaan in de anders profane sfeer.'
Chrysostomos becommentarieert:
'En hoe moet het lichaam dan een offerande worden?
Laat het oog naar niets kijken dat boos is, en het is een offerande geworden;
laat je tong niets uitspreken dat vuil is, en het is een offerande geworden,
laat je hand geen wetteloze daden stellen en het is een heel brandoffer geworden.'
Regelmatige ontmoetingen tussen christenen om te lofprijzen en elkaar onderling op te bouwen zijn gepast en worden zelfs bevolen in de Schrift. En wat er dan gebeurt in die samenkomsten is beslist 'aanbidding'. Maar dergelijke speciale tijden van gezamenlijke aanbidding zijn slechts één aspect van de voortdurende aanbidding die elk van ons aan de Heer moet brengen in het dagelijks opnieuw offeren van onze lichamen aan de Heer.
Douglas J. Moo in 'The Epistle to the Romans' in de reeks 'The New International Commentary on the New Testament, pag. 754 en vrij vertaald. Hij schrijft het bovenstaande naar aanleiding van Rom.12:1:
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten