maandag 17 mei 2010

Hun engelen in de hemel zien altijd het aangezicht van mijn Vader

"Waak ervoor ook maar een van deze geringen te verachten. Want ik zeg jullie: hun engelen in de hemel aanschouwen onophoudelijk het gelaat van mijn hemelse Vader."
(Mt.18:10)

Wie zijn die 'engelen in de hemel' die continu de Vader zien? Ze worden verbonden met 'deze geringen' (NBV) of 'deze kleinen' (NBG en Telos), en dat zijn de volgelingen van de Heer, zo blijkt uit het verband.

In zijn commentaar uit de NICNT-reeks (New International Commentary on the New Testament) vermeldt R.T. France dat de klassieke uitleg ging in de richting van ‘persoonlijke bewaarengelen’. Maar behalve deze tekst uit Mattheüs zijn er weinig aanwijzingen voor.

Een aantal teksten kunnen volgens France wel hints in deze richting bevatten, maar ze kunnen net zo goed anders uitgelegd worden. Eerst is er Hd12:15, over Petrus die plots opduikt terwijl men ervan uitging dat hij nog gevangen zat of misschien zelfs terechtgesteld was.

"En zij zeiden tot haar: Gij spreekt wartaal. Doch zij bleef volhouden, dat het zo was. En zij zeiden: Het is zijn engel." (Hd.12:15, NBG)

Hier is men er voor de NBV zelfs al van uitgegaan dat het om een beschermengel gaat:
"En zij zeiden tot haar: Gij spreekt wartaal. Doch zij bleef volhouden, dat het zo was. En zij zeiden: Het is zijn engel."


Dan zijn er ook nog de woorden van Jakob in Gen.48:16. Hij overschouwt zijn leven als hij zegt:

"de Engel, die mij verlost heeft uit alle nood, zegene deze jongelingen, zodat in hen mijn naam en die van mijn vaderen Abraham en Isaak voortleven en zij in menigte mogen toenemen in het land." (Gen.48:16, NBG)

De NBG geeft hierboven een hoofdletter aan 'Engel', maar dit is ook interpretatie.

Dan heb je ook nog engelen die voor een specifieke bevrijding uitgestuurd worden (telkens uit NBG-vertaling):

"Nebukadnessar hief aan en zeide: Geloofd zij de God van Sadrak, Mesak en Abednego! Hij heeft zijn engel gezonden en zijn dienaren bevrijd, die zich op Hem hebben verlaten, het bevel des konings hebben overtreden, en hun lichamen prijsgegeven, omdat zij geen enkele god willen vereren of aanbidden dan alleen hun God." (Dan.3:28)

"Mijn God heeft zijn engel gezonden en de muil der leeuwen toegesloten, en zij hebben mij geen kwaad gedaan, omdat ik voor Hem onschuldig ben bevonden; maar ook tegen u, o koning, heb ik geen misdaad begaan." (Dan.6:23)

"Deze ellendige hier riep en de HERE hoorde,
Hij verloste hem uit al zijn benauwdheden.
De Engel des HEREN legert Zich
rondom wie Hem vrezen, en redt hen." (Ps.34:7-8)

(Merk op: hier heeft de NBV 'de engel van de Heer', maar in beide vertalingen, NBG en NBV kan de uitdrukking slaan op de OT-verschijning van Christus)

"want Hij zal aangaande u zijn engelen gebieden,
dat zij u behoeden op al uw wegen;
op de handen zullen zij u dragen,
opdat gij uw voet niet aan een steen stoot." (Ps.91:11-12)

Er zijn ook engelen-vertegenwoordigers voor landen, zo kunnen we afleiden uit Dan.10:13 + 20 en Dan.12:1.
In Opb.1:20 vertegenwoordigen de engelen dan weer kerken of gemeenten.

Hebr.1:14 spreekt over engelen als dienstknechten van Gods volk, maar zonder individuele connectie met personen te vermelden of te veronderstellen:
"Zijn zij niet allen dienende geesten, die uitgezonden worden ten dienste van hen, die het heil zullen beërven?"

Een alternatieve uitleg voor Mt.18:10 kan zijn dat de engelen vertegenwoordigers zijn van de groep van de ‘kleinen’, eerder dan van elk van hen individueel.

R.T France verwijst nog naar een andere mogelijke interpretatie door Carson, die de engelen beschouwt als de geesten van de kleinen na hun dood. Maar France is zelf geen aanhanger van die visie, want "bewijs voor een dergelijke uitleg van ‘engelen’ is moeilijk te vinden (hoewel dit een mogelijke verklaring voor Hd.12:15 kan zijn).
In Mt22:30 wordt van hen die zijn opgestaan gezegd dat ze zijn ‘als’ de engelen, niet dat ze engelen zijn.
En de tegenwoordige tijd van het werkwoord ‘zien', wanneer het gaat om het zien van het aangezicht van de Vader, past heel moeilijk bij een dergelijke interpretatie.” Vooral dit laatste lijkt me een heel sterk argument.


Via Google books kun je het boek van R.T. France ook terugvinden. Zie hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten