vrijdag 10 augustus 2012

'Spreid uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser' (Ruth 3-4)

Ruth 3-4, Handelingen 28, Jeremia 38, Psalmen 11-12
De uitleggers zijn het niet eens over de sociale betekenis van elke actie die wordt ondernomen in Ruth 3-4, maar de algemene lijn is duidelijk genoeg. Het is bijna zeker dat de leviraatswetten, die mannen onder bepaalde omstandigheden toestonden of geboden om te huwen met aangetrouwde weduwen om de familienaam in leven te houden, niet zeer nauwgezet werden gevolgd.

Ruth volgt Naomi’s aanwijzing en neemt een beetje initiatief: ze legt zich neer aan de voeten van Boaz in een slaapvertrek dat alleen voor mannen was. Wanneer hij wakker wordt, zegt ze: ‘spreid uw vleugel uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser’ (3:9). Dit was een uitnodiging, maar geen goedkope. Het tekende haar bereidheid om zijn vrouw te worden, indien Boaz zich van zijn taken zou kwijten als bloedverwant-losser.

Boaz neemt dit op als een compliment: het leeftijdsverschil tussen hen is blijkbaar groot genoeg (3:10, plus zijn gewoonte om Ruth aan te spreken als ‘mijn dochter’), om ervoor te zorgen dat haar bereidheid met hem te huwen in plaats van met een van de jongere mannen hem raakt.

Het verhaal ontvouwt zich met romantische integriteit. Hollywood zou het haten: er is geen spannende seks, zeker niet van de voorhuwelijkse soort. Maar er is een verleidelijke charme aan het verslag, verbonden met een totaal respect voor traditie en procedure, en een goed bewustzijn van de menselijke natuur.

Daarom voorspelt Naomi ook vertrouwensvol dat Boaz niet zal ‘rusten, voordat hij vandaag deze zaak tot een einde heeft gebracht’ (3:18). Ze heeft het juist, natuurlijk.

De stadspoort is de plaats voor publieke overeenkomsten en daar verzamelt Boaz tien oudsten als getuigen en verzoekt voorzichtig dat de ene persoon die nog dichter verwant is aan Naomi (en daarom zich op ‘voorkeursrecht’ kan beroepen) de verplichtingen van verwant-losser zou nakomen of wettelijk zou afzien van de claim (4:1-4).

Op dit punt zijn de huwelijksrechten schijnbaar verbonden met het bezit van het land van de overleden echtgenoot. Die specifieke verwant-losser zou heel graag het land verkrijgen, maar wil niet huwen met Ruth. Haar eerstgeboren zoon zou in een dergelijke verbinding het bezit en het familie-erfgoed van de overleden echtgenoot behouden; latere zonen zouden erven van de natuurlijke vader. Maar de situatie is verwarrend. Stel dat Ruth slechts één zoon zou baren?

Zo huwt Boaz met Ruth, en na verloop van tijd baart ze een zoon, die ze Obed noemen. Naomi krijgt niet alleen een kleinzoon, maar ook een familie die verlangt en in staat is om voor haar te zorgen.

Aan de ene kant is dit een eenvoudig verhaal van Gods trouw in de kleine dingen des levens, in een tijd van sociale malaise, godsdienstige achteruitgang, politieke verwarring en terugkerende anarchie. God heeft nog altijd zijn volk – hardwerkend, eerbaar handelend, huwend en kinderen krijgend, met zorg voor de ouderen.

Zij konden niet weten dat Obed de lijn was die Koning David zou voortbrengen – en naar het vlees, Koning Jezus.


Eigen vertaling van de overdenking bij 10 augustus uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten