donderdag 2 augustus 2012

'Maar ik tel mijn leven niet en acht het niet kostbaar voor mijzelf' (Hd. 20)


Richteren 16, Handelingen 20, Jeremia 29, Markus 15

De toespraak van Paulus voor de oudsten van Efeze (Handelingen 20:18-35) kan onderverdeeld worden in drie delen.

In het eerste deel (20:18-24) spreekt Paulus over zijn eigen dienst n Efeze en zijn eigen toekomst.

In het tweede (20:25-31) gebruikt hij het voorbeeld van zijn dienst als een bemoediging voor de oudsten in Efeze opdat ze zouden ‘toezien op’ of ‘zorgen voor’ zichzelf en ‘voor de hele kudde’ van God (20:28) waarover de Heilige Geest hen als opzieners gesteld heeft, met speciale nadruk op de uitdagingen die hen wachten wanneer mensen van binnen de gemeente zullen proberen om discipelen voor zich te winnen en bereid zullen zijn om verkeerde dingen te spreken.

In het derde deel (20:32-35) draagt Paulus niet alleen de oudsten op ‘aan de Here en het woord zijner genade’ (20:32), maar hij getuigt opnieuw rustig van de precieze maatstaven van persoonlijke eerlijkheid in zijn eigen leven toen hij onder hen diende.
Wanneer we prediken vanuit dit gedeelte, leggen we eerder wel dan niet de nadruk op het centrale deel. Maar hier zou ik de aandacht willen vestigen op enkele van de kenmerken die de dienst van Paulus karakteriseerden.

(1) Het meest duidelijke kenmerk is het feit dat Paulus begreep dat hij leefde en diende als een rolmodel. Elders beveelt hij zonder omwegen aan de Korinthiërs om hem na te volgen of te imiteren, zoals hij Christus navolgt (1 Kor. 11). In Paulus is er geen spoor van een dubbele standaard in de zin van ‘doe wat ik leer, maar niet wat ik doe’.

(2) Paulus diende ‘de Here met alle ootmoed, onder tranen’ hoewel hij te lijden had onder ‘beproevingen’, die hem overkwamen door de ‘aanslagen der Joden’ (20:19). Met andere woorden: tegenstand kon hem niet verslaan en duwde hem niet in een bui van woede. Daar tegenover staat dat het zo gemakkelijk is om ontmoedigd de geraken en op te geven, of boos te worden en af te breken wat werd opgebouwd.

(3) De dienst van Paulus was stichtend en bestond uit een mix van publieke samenkomsten en trouwe bezoeken (20:20). Je krijgt de indruk dat het bovenal een dienst van het Woord was, gecommuniceerd door een man die in vuur en vlam was gezet door dat Woord.

(4) Paulus deinsde er niet voor terug om te gaan met de onwrikbaarheden van het Evangelie, hoe oncomfortabel of onpopulair ze ook mochten zijn. Als resultaat daarvan betuigt hij vrijmoedig, zowel tegenover Joden als heidenen, dat ze zich moéten ‘bekeren tot God’ en moéten ‘geloven in onze Here Jezus’ (20:21).

(5) Bij gelegenheid voelde Paulus zichzelf ‘gebonden door de Geest’ (of: gedreven door de Geest) om een bepaalde richting in te slaan, zonder precies te weten waar die richting hem zou brengen (20:22-24). Genoeg inzicht hebben om te beslissen tot een bepaalde actie garandeert niet genoeg informatie om te weten hoe zaken zullen uitdraaien. In dit geval weet hij slechts dat hem ‘boeien en verdrukkingen te wachten staan’ – en het enige wat hij voor zichzelf wil is de taak afmaken die de Heer Jezus hem gegeven heeft, de bediening ‘om het evangelie der genade Gods te betuigen’.


Eigen vertaling van de overdenking bij 2 augustus uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven bij IVP in 1998 (rechten liggen bij Crossway). Het dagboek kan in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition) of is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org

Geen opmerkingen:

Een reactie posten