zaterdag 2 april 2011

God is meer dan een meesterlijk schaker

Een van de terugkerende thema's in het Bijbelboek Spreuken is Gods soevereiniteit, soms in een mysterieuze voorzienigheid uitgewerkt.

In Spreuken 19:21 komt bijvoorbeeld het volgende voor:
Een mens maakt allerlei plannen,
wat wordt uitgevoerd, is het plan van de HEER.

In een andere vertaling luidt het:
"In het hart van de mens zijn veel plannen, maar de raad van de HEERE, die houdt stand".

Op zichzelf zou dit kunnen betekenen dat de Here zich een bijzonder goed schaker betoont. Maar dit vers is verbonden met heel wat andere verzen (zoals bijv. 20:24) en dit vereist dat we verder doordenken.

Bijvoorbeeld:

(1) "De HERE heeft alles gemaakt voor zijn doel, ja, zelfs de goddeloze voor de dag des kwaads." (Spr. 16:4)
Bekijken we de breedte van deze uitdrukking. We leven niet in een dualistisch universum waarin twee autonome machten werkzaam zijn; een goede en een boze. Terwijl er een basisverschil is tussen goed en kwaad, regeert toch Gods soevereiniteit. Door welke raadselachtige middelen ook, zodat zelfs de bozen zijn doeleinden dienen - niet in het minst zijn doeleinden in het oordeel. Paulus behandelt hetzelfde thema in Romeinen 9:22.

(2) "Het hart des mensen overdenkt zijn weg, maar de HERE bestiert zijn gang." (Spr. 16:9)
Mensen zijn verantwoordelijk voor hun keuzes en daden. Het hele Spreukenboek behoudt dit perspectief, want anders zouden de fundamentele verschillen tussen wijsheid en dwaasheid, goed en kwaad, de vreze des Heren en de arrogante hoogmoed niet vastgehouden kunnen worden.
Maar tegelijk kan de mens zelfs met alle bedenkselen ter wereld niet ontsnappen aan het bereik van de goddelijke soevereiniteit. Elders lezen we: "Het hart van de koning is in de hand des HEREN als waterbeken, Hij leidt het overal heen, waar het Hem behaagt" (Spr. 21:1).

(3) "Het lot wordt in de schoot geworpen, maar elke beslissing daarvan is van de HERE." (Spr. 16:33)
Dit is een beetje als zeggen dat je zo vaak met de dobbelsteen mag werpen als je wil, maar dat de Almachtige bepaalt wat de uitkomst er van is. Dit is waarom christenen gesproken hebben over 'de mysteries van de voorzienigheid'.
Iemand kan niet oordelen over de morele waarde of uitmundendheid van een bepaalde gebeurtenis, gewoon maar omdat ze zich voordoet, aangezien Gods voorzienigheid regeert over zowel het goede als het boze dat zich voordoet, over elk cijfer dat gegooid wordt.
Om moreel onderscheid te kunnen maken hebben we Gods eigen uitspraken nodig, Zijn woorden, Zijn wet.

(Geredigeerd naar de overdenking van D.A. Carson op 1 april in Vol. 2 van zijn dagboek 'For the Love of God' - je kunt dit dagboek trouwens in het Engels ook online lezen, en wel hier)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten