zondag 20 juli 2014

Gij verzet u altijd tegen de heilige Geest (Hd. 7)

Richteren 3; Handelingen 7; Jeremia 16; Markus 2
De oudtestamentische historische psalmen bieden ons talrijke voorbeelden waarin de schrijvers de gezamenlijke geschiedenis van de Israëlieten beoordelen met een welbepaald theologisch of ethisch doel. Iets gelijkaardigs gebeurt wanneer 1 en 2 Kronieken de boeken 1 en 2 Samuel en 1 en 2 Koningen hervertellen, om te kunnen focussen op het zuidelijke koninkrijk en op bepaalde theologische visies.

Deze vorm van aanspreken gaat verder in bepaalde nieuwtestamentische preken. Paulus begint zijn historische kroniek in het Pisidische Antiochië met de uittocht, de Exodus, en hij legt de prioriteit bij het vertellen van zijn verhalen bij het aantonen dat Jezus werkelijk de beloofde Messias is (Hd. 13:16 e.v.; zie ook de overdenking voor 26 juli). Hier in Handelingen 7 begint Stefanus, de eerste christelijke martelaar, bij Abraham.

Wat zijn de voordelen van een dergelijke aanpak? En wat is Stefanus in het bijzonder van plan aan te tonen?

Een van de voordelen is dat de historische kroniek de aandacht van het publiek trekt – en in dit geval waren de toehoorders openlijk vijandig en moesten ze tot bedaren worden gebracht.

Hun persoonlijke identiteit was verbonden met hun nationale geschiedenis; aanvankelijk moest deze kroniek minstens kalmerend werken, een gezamenlijke basis bieden, en aantonen dat Stefanus binnen de grenzen van het toelaatbare blijft.

Een tweede voordeel ligt in het feit dat de verschuiving die Stefanus poogde te bewerken in de geest van zijn Joodse publiek groot genoeg was om te maken dat die alleen kon worden aangenomen binnen het raamwerk van een veranderde wereldbeschouwing.

Met andere woorden konden niet alleen Jezus’ identiteit, maar meer nog, zijn dood en opstanding, niet voorgoed worden aanvaard door weldenkende Joden, tenzij ze inzagen dat dit ook is wat de Schrift leert – en dit punt kon niet eenvoudig worden bereikt, tenzij het verankerd werd in de wezenlijke structuur van de Oudtestamentische verhaallijn.

Dus moest het verhaal worden verteld en herverteld om de meest belangrijke punten te benadrukken.

Een van de punten die Stefanus maakt wanneer hij het verhaal hervertelt, komt eerst traag naar voren, dan sneller en sneller en dan explosief. Het is de les van de terugkerende zonde van het volk. Wanneer Stefanus het verhaal begint is er eerst geen melding van Israëls zonde. Dan wordt de boosheid van Jozefs broers kort vermeld (7:9).

Gezamenlijke zonde duikt opnieuw op in de dagen van Mozes (7:25-27, 35). Nu verhoogt het tempo. Het volk weigerde Mozes te gehoorzamen en ze ‘wendden zich in hun hart naar Egypte’ (7:39).

De episode met het gouden kalf wordt aangesneden, en vergeleken met de afgoderij uit de tijd van Amos (7:42-43). We maken een sprong vooruit naar David en Salomo, en de nadruk dat God niet woont in een gebouw.

Uiteindelijk is er de explosieve veroordeling, niet alleen van voorgaande generaties Israëlieten die God en zijn openbaring verwierpen, maar ook van al hun huidige afstammelingen die zich verzetten tegen de Heilige Geest (7:51-53).

Welk effect heeft dit punt op de lessen die wij zouden moeten trekken uit de bijbelse geschiedenis?


Eigen vertaling van de overdenking bij 20 juli uit 'For the Love of God - Volume 1'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1998 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume I is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume I. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten