"Het verhaal gaat dat in 1000 na Christus, 186 jaar na de dood van keizer Karel de Grote, functionarissen van keizer Otto III de tombe van Karel de Grote heropenden. In de tombe wachtte hun een buitengewone aanblik.
Temidden van alle mooie dingen die met hem waren begraven – het goud, de juwelen, de waardevolle schatten – bevond zich het skelet van Karel de Grote, nog steeds zittend op zijn troon en met zijn kroon nog op.
In zijn schoot lag een bijbel en een knokige vinger lag op Marcus 8 vers 36: ‘Wat heeft een mens eraan als hij de hele wereld wint, maar er het leven bij inschiet?’
Ik vraag me af welk antwoord de keizer gegeven zou hebben."
Bron: Ontdek (een heldere uitleg van het christelijk geloof) – Christianity Explored, pag. 101, door Rico Tice & Barry Cooper. Uitgave Ark boeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten