woensdag 16 juli 2008

Wie moet er op wie lijken?

'Zou ik dan geen verdriet hebben om Nineve, die grote stad?’ Jona 4:11
'Jona was kwaad. “Dat vervloekte Nineve heeft berouw getoond en God heeft medelijden getoond. De wereld ware beter af geweest zonder die vijanden van Israël. Maar daar zijn ze dus nog. Ongetwijfeld klaar om nog meer ellende te veroorzaken in de toekomst. En God heeft hen gespaard. Bam.”

Hoe beantwoordt God zijn pruilende profeet? Hij gaat met hem in discussie. God stelt Jona een vraag – over God. “Jona, je lijkt zo zeker van je eigen gevoelens. Dus laat me eens jouw advies vragen over mijn gevoelens. Zou ik geen medelijden hebben met Nineve? Is jouw boosheid wijzer dan mijn erbarmen? Is mijn genade voor zondaars een misdaad of is het tot mijn eer? Vertel me eens, Jona, welk soort persoon zou ik moeten zijn? Zou ik meer als jou moeten zijn, of zou jij misschien, heel misschien, meer als mij moeten zijn?'

Vrij vertaald van Ray Ortlunds blog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten