1. De Here God was rechtvaardig in al zijn handelen met Israël (1:1-6)
2. De Here God gedenkt zijn verbondsbeloften en zal nogmaals zijn genade aan Israël betonen (1:7-6:15).
3. De Here God zal het getrouwe Israël vergeven en herstellen als Sion (7-8)
4. De Here God zal voorzien in een trouwe herder die Zijn volk zal redden en leiden (9-11)
5. De Here God zal opnieuw wonen bij zijn vernieuwde en herstelde volk als Koning over de hele wereld (12-14)
Wie is de glorierijke Koning over wie Zacharia profeteerde?
1. Hij zou komen in een nederige positie (9:9; 13:7 – vgl. Mt.21:1-5; 26:31).
2. Hij zou Israël herstellen door het bloed van Zijn verbond (9:11 – vgl. Mk.14:24).
3. Hij zou dienstbaar zijn als Knecht voor een verstrooid volk/schaap (10:2 – vgl. Mt. 9:36).
4. Hij zou veracht en verraden worden (11:12-13 – cf. Matt. 26:15; 27:9-10).
5. Hij zou doorboord worden en neergeslagen (12:10; 13:7 – vgl. Mt.24:30; 26:31,56; Joh.19:37).
6. Hij zou in heerlijkheid terugkomen en Israël van zijn vijanden verlossen (14:1-6 – vgl. Mt. 25:31).
7. Hij zou in Jeruzalem regeren als koning in vrede en gerechtigheid (9:9-10; 14:9,16 – vgl. Opb. 11:5; 19:6).
8. Hij zou een nieuwe wereldorde brengen (14:6-19 – vgl. Opb. 21:25; 22:1,5).
Zie, Hij komt spoedig (Opb. 22:12-21).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten