woensdag 3 juni 2015

Wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? (Opb. 5)


Deuteronomium 7; Psalm 90; Jesaja 35; Openbaring 5

De setting van Openbaring 4 effent het pad voor het drama van Openbaring 5. In de rechterhand, de hand van kracht, ‘van Hem, die op de troon zat’ – de transcendente, ontzagwekkende God beschreven in hoofdstuk 4 – is er ‘een boekrol, beschreven van binnen en van buiten’.

Deze rol bevat al Gods plannen voor gerechtigheid, oordeel en zegen. De meeste mensen schrijven slechts op één zijde van een boekrol, de zijde met de horizontale stroken papyrus. Zij die op de beide zijden schreven waren misschien te arm om zich nog een blanco boekrol te kunnen veroorloven – of, zoals in dit geval, hadden ze heel wat te zeggen en wilden ze dat het allemaal in één boekrol vervat zou blijven.

Zo bestrijkt deze boekrol in de hand van de Almachtige de volheid van Gods plannen voor oordeel en zegen – dit is waarom ze op beide zijden beschreven is. Maar de boekrol is verzegeld: dit betekent dat de plannen van God die beschreven staan in deze rol niet zullen uitgevoerd worden tot de zegels verbroken worden.

De dramatische vraag van de engel (5:2) is fundamenteel voor elk geloof: Wie is de vertegenwoordiger die kenmerken heeft die zo rijk zijn, leven dat zo puur is, bekwaamheden die zo ongeëvenaard zijn, dat hij in staat zou zijn om deze God te benaderen – de God voor wie zelfs de hoogste orde van engelen hun gezichten verbergen – en de boekrol te nemen uit zijn rechterhand en al Gods plannen ten uitvoer te brengen?

Wanneer niemand waardig wordt bevonden, weent Johannes zeer (5:3-4). Zijn tranen komen niet voort uit frustratie dat hij niet in de toekomst zal kunnen kijken, maar vanuit zijn besef dat, in de symboliek van dit gezicht, Gods plannen nooit uitgevoerd zullen worden.

Er zal geen gerechtigheid zijn in het universum en geen redding. Dit is de wanhoop van de conclusie dat de geschiedenis zinloos is, dat God dood is.

Maar een oudste die uitleg geeft vertroost Johannes (5:5). De Leeuw uit de stam van Juda heeft ‘overwonnen’ (5:5) om de boekrol te kunnen openen: het werkwoord suggereert een verschrikkelijke strijd, maar de Leeuw heeft de overwinning behaald. Deze Leeuw is de koning uit de lijn van David.

Dus kijkt Johannes op en ziet – een Lam. De Leeuw wordt aangekondigd en wat Johannes ziet is een Lam. Dit is niet een ander, afzonderlijk dier. Apocalyptische literatuur houdt van het gebruik van gemengde metaforen. Hier is de Leeuw het Lam – en wel een geslacht offerlam, maar dan een met een volmaakte koninklijke macht (de zeven horens).

Hier is de Messias, de allergrootste in zelfopoffering, de allerhoogste in macht, die vanuit het midden van de troon zelf voortkomt. Alleen Hij kan al Gods plannen uitvoeren. Geen wonder dat het hele universum uitbarst in een nieuw lied, het lied van de verlossing (5:9-14).

De triomf van de Here God en van het Lam is wat ook achter de ommekeer van Jesaja 35 schuilgaat.


Eigen vertaling van de overdenking bij 3 juni uit 'For the Love of God - Volume 2'. Dit is een dagboek door D.A. Carson, uitgegeven in 1999 door Crossway Books. Volumes van het dagboek kunnen in het Engels online gevolgd worden via de blog For the Love of God (The Gospel Coalition). For the Love of God volume II is beschikbaar in pdf-formaat voor gratis download via deze link naar For the Love of God Volume II. Met toestemming overgenomen van Crossway, de uitgeverstak van Good News Publishers, Wheaton, IL 60187, www.crossway.org Rechten Nederlandse vertaling: Jan Leplae – Niets van deze vertaling mag overgenomen worden zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten